Wilg (Schiet)

Algemene kenmerken van een Wilg (Schiet)
Tot de beeldbepalende bomen in ons landschap behoort zonder twijfel de Schietwilg, Salix alba L., uit de Wilgenfamilie. We kennen deze boom in twee vormen, als gewone hoog opschietende boom, of als knotwilg. De Schietwilg is een van de meest voorkomende inheemse wilgen soorten. De wilg heeft een rechte stam en langvormige bladeren met een zilverkleurige onderkant. Het is een hele snelgroeiende soort.
In het voorjaar heeft de kroon een zilverige glans als gevolg van de zijde-achtige beharing op beide zijden van de smalle, langwerpige bladeren. De rand van de bladeren is fijn gezaagd. De katjes komen tegelijk met de jonge bladeren tevoorschijn. De bomen met mannelijk bloeiende katjes vallen op doordat de langwerpige katjes eerst zilverig behaard en daarna geel kleuren door de gele helmknoppen van de meeldraden. De langwerpige katjes van de vrouwelijk bloeiende bomen vallen veel minder op door een lichtgroengele kleur.
Welbeschouwd is de (geknotte) wilg een wonder van biodiversiteit. Tussen de takken wemelt het van de muggen en andere insecten. Insecten trekken vogels aan, zoals spreeuwen, mezen en boerenzwaluwen. Veel vogels vinden een broedplaats in de pruik van de wilg. De witte bloemen geven een heerlijke, zoete honinggeur af, wat vervolgens werkt als lokaas voor bijen en vlinders. Oude wilgen bieden door hun dichte kruin en vaak holle stam veel nest en schuilgelegenheid voor vogels, marters muizen padden, salamanders en steenuilen.
Kenmerken
Hoe plant je een Wilg (Schiet)
Slieten voor 1/3e in de grond steken. De slieten mogen niet ouder zijn dan 2 jaar i.v.m. met het voorkomen van Watermerkziekte.
Hoe oogst je een Wilg (Schiet)
Slieten knippen / zagen van de moederboom en in de grond stoppen. Eerst laten wortelen in water is ook een optie.
Verzorgen en snoeien van je Wilg (Schiet)
De schietwilg is een snelgroeiende boom. Als de schietwilg met rust gelaten wordt kan hij uitgroeien tot een lange, rechte, redelijk smalle boom. De schietwilg verdraagt zware snoei goed en wordt vaak beheerd als knotboom en is daarmee onlosmakelijk verbonden met ons Nederlands landschap. Wilgentakken worden al van oudsher gebruikt voor het vlechten van bijvoorbeeld manden en natuurlijke afrasteringen.
De boom hoeft niet echt gesnoeid te worden. Om de boom in model te houden kan men in het voorjaar en/of in de zomer de lange scheuten inkorten om de vorm van de boom te behouden.
Bij knotten worden eens om de drie jaar alle takken boven de stam weggesnoeid.
Als een wilg eenmaal geknot is, zal men dit moeten blijven doen, omdat anders een topzware boom ontstaat met een zwakke kroon die gemakkelijk kan afbreken.
Waar groeit een Wilg (Schiet)
Schietwilgen vereisen een zonnige standplaats, op een vochthoudende tot natte en voedselrijke bodem. Van nature vormen ze de dominante boomsoort in het wilgen-ooibos, vaak samen met kraakwilg en zwarte populier. Zwak zure tot basische gronden zijn geschikt. Ze wortelen oppervlakkig, verdragen verharding, maar drukken dit snel op. Strooizout verdragen ze redelijk. Vanwege rondvliegend zaadpluis worden meestal geen vrouwelijke wilgen aangeplant dichtbij bebouwing.
Schietwilg komt talrijk voor langs alle rivieren, riviertjes, kanalen, sloten en greppels en ook in alle cultuurlandschappen.
Algemeen
Origine |
Inheems
|
Boomtype | Loofboom |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 2 tot 4 Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 5 tot Jaar |
Maximale leeftijd | tot Jaar |
Benodigde ruimte als solitair | tot m2 |
Groeisnelheid |
Vermeerdering
Boom is zelfbestuivend | Nee |
Voortplantingsmethode |
Te stekken (stek is tussen de 5 en 50cm)
Te knotten (sliet is circa 2m)
|
Voortplantingssnelheid |
|
Voortplantingssnelheid
1. Zeer lage voortplantingssnelheid. Plant verspreidt zich bijna niet, heeft weinig zaden of vegetatieve verspreiding (bijv. bomen met zware zaden). |
2. Lage voortplantingssnelheid. Verspreiding via beperkte zadenproductiel of specifieke omstandigheden vereist |
3. Gemiddelde voortplantingssnelheid. Regelmatige verspreiding, afhankelijk van ! wind, water of dieren, met gematigde snelheid (bijv. Paardenbloem). |
4. Hoge voortplantingssnelheid. Veel zaden en meerdere verspreidingsstrategieen (wind, vogels, vegetatief). Koloniseert snel open plekken |
5. Zeer hoge voortplantingssnelheid. Invasieve soorten die zich explosief verspreiden over grote afstanden (bijv. Japanse duizendknoop). |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Nee |
Zomer | juni tot juli |
Winter | november tot maart |
Bladvormen | Elliptisch |
Gemakkelijk te snoeien | Ja |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand |
Verspreidstaand
|
Knop vorm |
Spoelvormig
|
Overige
Wortel |
Hartwortelstel
|
Bloei |
Heeft katjes
|
Windgevoeligheid | Niet gevoelig voor (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten |
Watermerkziekte (Wilg)
|
Oogst/herkenning in de winter
De twijgen zijn geel, bruin of rood. Niet gemakkelijk afbrekend en vaak doorhangend. De knoppen zijn behaard, aanliggend en toegespitst.
Lichtbehoefte van de Wilg (Schiet)
Geschikte grondsoorten voor de Wilg (Schiet)
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Geschikte waterstand voor de Wilg (Schiet)
Geschikte zuurtegraad voor de Wilg (Schiet)
Voedingsbehoefte Wilg (Schiet)
1. | Zeer voedselarme bodem |
2. | Zeer voedselarme tot voedselarme bodem |
3. | Voedselarme bodem |
4. | Voedselarme tot matig voedselrijke bodem |
5. | Matig voedselrijk bodem |
6. | Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem |
7. | Voedselrijke bodem |
8. | Uitgesproken voedselrijke bodem |
9. | Zeer uitgesproken voedselrijke bodem |
Vochtigheid
1. | Extreem droge bodems |
2. | Extreem droge tot droge bodems |
3. | Droge bodems |
4. | Droge tot droge/vochtige bodems |
5. | Droge/vochtige bodems |
6. | Droge/vochtige tot vochtige bodems |
7. | Vochtige bodems |
8. | Vochtige tot natte bodems |
9. | Natte bodems |
Bij welke streek past deze boomsoort?
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | 450 |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
Bijen
Vlinders
Kevers
Hommels
|
Wordt deze soort als waardplant voor insecten gebruikt? | Nee |
Voor welke insecten is deze soort een waardplant? |
Wilgenwespvlinder
Wilgenhoutrups
Wilgensnuitkever
Wilgenhaantje
|
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
Welke soorten vogels leven van deze boom/plant?? |
Mezen
Spreeuwen
Boerenzwaluwen
|
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke soorten zoogdieren leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | april tot mei |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Geschikt voor zoogdieren?
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Paard |
|
Mens |
|
Geit |
|
Hert |
|
Schaap |
|
Bevers |
|
Dassen |
|
Eekhoorn |
|
Fret |
|
Herbivore knaagdieren |
|
Hond |
|
Kat |
|
Kip |
|
Koe |
|
Muis |
|
Ree |
|
Varken |
|
Vossen |
|
Zwijn |
|
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen? |
CO2
Fijnstof
|
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Nee |
CO2
0. | niet ingevuld |
1. | geen vastlegging |
2. | geringe vastlegging |
3. | matige vastlegging |
4. | veel vastlegging |
5. | zeer veel vastlegging |
Fijnstof
0. | niet ingevuld |
1. | geen wegvangcapaciteit |
2. | geringe wegvangcapaciteit |
3. | matige wegvangcapaciteit |
4. | grote wegvangcapaciteit |
5. | zeer grote wegvangcapaciteit |
Zo ziet een volwassen Boom Wilg (Schiet) eruit



Zo ziet een Wilg (Schiet) in bloei eruit


Zo ziet het blad van een Wilg (Schiet) eruit
