Algemeen
Tot de beeldbepalende bomen in ons landschap behoort zonder twijfel de Schietwilg, Salix alba L., uit de Wilgenfamilie. We kennen deze boom in twee vormen, als gewone hoog opschietende boom, of als knotwilg. De Schietwilg is een van de meest voorkomende inheemse wilgen soorten. De wilg heeft een rechte stam en langvormige bladeren met een zilverkleurige onderkant. Het is een hele snelgroeiende soort.
In het voorjaar heeft de kroon een zilverige glans als gevolg van de zijde-achtige beharing op beide zijden van de smalle, langwerpige bladeren. De rand van de bladeren is fijn gezaagd. De katjes komen tegelijk met de jonge bladeren tevoorschijn. De bomen met mannelijk bloeiende katjes vallen op doordat de langwerpige katjes eerst zilverig behaard en daarna geel kleuren door de gele helmknoppen van de meeldraden. De langwerpige katjes van de vrouwelijk bloeiende bomen vallen veel minder op door een lichtgroengele kleur.
Welbeschouwd is de (geknotte) wilg een wonder van biodiversiteit. Tussen de takken wemelt het van de muggen en andere insecten. Insecten trekken vogels aan, zoals spreeuwen, mezen en boerenzwaluwen. Veel vogels vinden een broedplaats in de pruik van de wilg. De witte bloemen geven een heerlijke, zoete honinggeur af, wat vervolgens werkt als lokaas voor bijen en vlinders. Oude wilgen bieden door hun dichte kruin en vaak holle stam veel nest en schuilgelegenheid voor vogels, marters muizen padden, salamanders en steenuilen.
Kenmerken
Grondsoorten
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Watertrap
Zuurtegraad
Voedselrijkdom
Vochtigheid
Lichtbehoefte
Toelichting
Grondsoorten
Een overzicht van grondsoorten met een aanduiding over hoe geschikt deze is voor deze soort.
Lichtbehoefte
Lichtbehoefte van de soort.
Watertrap
Watertrap voor de soort van laag (I) t/m hoog (VIII).
Zuurtegraad
pH-waarde range waarbinnen de soort gedijt.
Voedselrijkdom
Benodigde voedselrijkdom bodem.
- Zeer voedselarme bodem
- Zeer voedselarme tot voedselarme bodem
- Voedselarme bodem
- Voedselarme tot matig voedselrijke bodem
- Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
- Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
- Voedselrijke bodem
- Uitgesproken voedselrijke bodem
- Zeer uitgesproken voedselrijke bodem
Bij welke streek past deze boomsoort?
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Geschikt voor zoogdieren?
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Paard | |
Mens | |
Geit | |
Hert | |
Schaap | |
Bevers | |
Dassen | |
Eekhoorn | |
Fret | |
Herbivore knaagdieren | |
Hond | |
Kat | |
Kip | |
Koe | |
Muis | |
Ree | |
Varken | |
Vossen | |
Zwijn |
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Algemeen
Origine |
Inheems
|
Boomtype | Loofboom |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 2 tot 4 Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 5 tot Jaar |
Maximale leeftijd | tot Jaar |
Benodigde ruimte | tot m2 |
Groeisnelheid |
Vermeerdering
Voortplantingsmethode |
Te stekken (stek is tussen de 5 en 50cm)
Te knotten (sliet is circa 2m)
|
Verspreidingssnelheid/vermeerdering |
|
Boom is zelfbestuivend | Nee |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Nee |
Zomer | juni tot juli |
Winter | november tot maart |
Bladvormen | Elliptisch |
Gemakkelijk te snoeien | Nee |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand |
Verspreidstaand
|
Knop vorm |
Spoelvormig
|
Overige
Wortel |
Hartwortelstel
|
Bloei |
Heeft katjes
|
Windgevoeligheid | Niet gevoelig voor (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten |
Watermerkziekte (Wilg)
|
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | 450 |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
Bijen
Vlinders
Kevers
Hommels
|
Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Wilgenwespvlinder
Wilgenhoutrups
Wilgensnuitkever
Wilgenhaantje
|
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
Welke vogel groepen leven op deze boom/plant? |
Mezen
Spreeuwen
Boerenzwaluwen
|
Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | april tot mei |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Informatie niet beschikbaar
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Nee |
Plant instructie
Slieten voor 1/3e in de grond steken. De slieten mogen niet ouder zijn dan 2 jaar i.v.m. met het voorkomen van Watermerkziekte.
Oogst instructie
Slieten knippen / zagen van de moederboom en in de grond stoppen. Eerst laten wortelen in water is ook een optie.
Onderhouds instructie
De schietwilg is een snelgroeiende boom. Als de schietwilg met rust gelaten wordt kan hij uitgroeien tot een lange, rechte, redelijk smalle boom. De schietwilg verdraagt zware snoei goed en wordt vaak beheerd als knotboom en is daarmee onlosmakelijk verbonden met ons Nederlands landschap. Wilgentakken worden al van oudsher gebruikt voor het vlechten van bijvoorbeeld manden en natuurlijke afrasteringen.
De boom hoeft niet echt gesnoeid te worden. Om de boom in model te houden kan men in het voorjaar en/of in de zomer de lange scheuten inkorten om de vorm van de boom te behouden.
Bij knotten worden eens om de drie jaar alle takken boven de stam weggesnoeid.
Als een wilg eenmaal geknot is, zal men dit moeten blijven doen, omdat anders een topzware boom ontstaat met een zwakke kroon die gemakkelijk kan afbreken.
Oogst/herkenning in de winter
De twijgen zijn geel, bruin of rood. Niet gemakkelijk afbrekend en vaak doorhangend. De knoppen zijn behaard, aanliggend en toegespitst.
Biotoop
Schietwilgen vereisen een zonnige standplaats, op een vochthoudende tot natte en voedselrijke bodem. Van nature vormen ze de dominante boomsoort in het wilgen-ooibos, vaak samen met kraakwilg en zwarte populier. Zwak zure tot basische gronden zijn geschikt. Ze wortelen oppervlakkig, verdragen verharding, maar drukken dit snel op. Strooizout verdragen ze redelijk. Vanwege rondvliegend zaadpluis worden meestal geen vrouwelijke wilgen aangeplant dichtbij bebouwing.
Schietwilg komt talrijk voor langs alle rivieren, riviertjes, kanalen, sloten en greppels en ook in alle cultuurlandschappen.