Wilg (Grauwe)

Hier vind je meer informatie over de Wilg (Grauwe)

Algemeen

Grauwe wilg is een struik of zelden een kleine boom, waarvan de takken een grijzige, viltige beharing hebben. De hele plant maakt een grijzige indruk, wat ook wordt weergegeven met de naam: cinerea betekent namelijk askleurig of asgrauw. Een struik die tot 10 m hoog kan worden. Groeit breed uit en lijkt op de boswilg. De bladeren zijn zilverkleurig en aan de onderkant licht behaard. Het is een snelgroeiende soort die vaak in vochtige gebieden groeit. De Grauwe wilg groeit voornamelijk in vochtige gebieden zoals moerassen, langs rivieren, en in vochtige bossen. De katjes zijn een waardevolle voedselbron voor bijen en andere insecten.

Wilgensoorten zijn, als groep wel herkenbaar, de soorten zijn niet altijd goed te onderscheiden. Grauwe wilg is echt een moeilijke en wat variabele soort. Vooral Boswilg en Geoorde wilg lijken sterk op Grauwe wilg. De eerste is vooral meer een boom, in alle opzichten groter dan de laatste, ook wat betreft de bladlengte en breedte. De bladeren van Boswilg doen aan appelblad denken en de steunblaadjes aan de jonge takken zijn groter. De tweede, Geoorde wilg, is in alle opzichten kleiner, met een blad kleiner dan 3 cm, opvallend gerimpeld met golvende bladrand. Het blad is van boven dof blauwgroen, aan de onderkant grijs en viltig behaard. Vooral de jonge takken, maar ook de wat oudere, hebben een korte viltige beharing.


 

Kenmerken


Grondsoorten

0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
Grondsoort Geschiktheid
Lichte klei
Zware klei
Zand
Veen
Leem
Moerig op zand
Lichte zavel
Zware zavel

Watertrap

0 = niet ingevuld, I = laag, VIII = hoog
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII

Zuurtegraad

pH1 = laag, pH9 = hoog
0.0
0.5
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Voedselrijkdom

1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Vochtigheid

1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Lichtbehoefte

  • Zon
  • Half-schaduw
  • Toelichting

    Grondsoorten
    Een overzicht van grondsoorten met een aanduiding over hoe geschikt deze is voor deze soort.

    Lichtbehoefte
    Lichtbehoefte van de soort.

    Watertrap
    Watertrap voor de soort van laag (I) t/m hoog (VIII).

    Zuurtegraad
    pH-waarde range waarbinnen de soort gedijt.

    Voedselrijkdom
    Benodigde voedselrijkdom bodem.

    1. Zeer voedselarme bodem
    2. Zeer voedselarme tot voedselarme bodem
    3. Voedselarme bodem
    4. Voedselarme tot matig voedselrijke bodem
    5. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    6. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    7. Voedselrijke bodem
    8. Uitgesproken voedselrijke bodem
    9. Zeer uitgesproken voedselrijke bodem

    Bij welke streek past deze boomsoort?

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Streek Geschiktheid
    Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL
    Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE
    Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM
    Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN
    Reestdal: OUD-AVEREERST
    Vechtdal: OMMEN
    IJsseldal: DEVENTER
    Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL
    Twente: DENEKAMP
    Achterhoek: WINTERSWIJK
    Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO
    Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL
    Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG
    Limburgse Maasstreek: TEGELEN
    Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN
    De Peel: VENHORST
    Limburgs heuvelland: VALKENBURG
    Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE
    Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN
    Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD
    Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO
    IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN
    Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP
    West-Friesland: SPANBROEK
    Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR
    Kop van Overijssel

    Toe te passen in landschappen

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Landschap Geschiktheid
    Voedselbos
    Haag
    Heg
    Bos
    Voederhaag
    Achtertuin
    Kleine achtertuin
    Solitair
    Houtwal

    Cultuurhistorische waarde

    0 = niet ingevuld, 1 = laag, 9 = hoog

    Geschikt voor zoogdieren?

    giftig, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Zoogdier Geschiktheid
    Bevers
    Dassen
    Eekhoorn
    Fret
    Geit
    Herbivore knaagdieren
    Hert
    Hond
    Kat
    Kip
    Koe
    Mens
    Muis
    Paard
    Ree
    Schaap
    Varken
    Vossen
    Zwijn

    Toelichting

    Eetbaarheid

    • Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
    1. Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
    2. Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
    3. Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
    4. Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
    5. Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.

    Algemeen

    Origine
    Inheems
    Boomtype Loofboom

    Lengte en leeftijd

    Lengte in ca. 10 jaar 2 tot 4 Meter
    Voortplantingsrijp in hoeveel jaar 0 tot Jaar
    Maximale leeftijd 50 tot 100 Jaar
    Benodigde ruimte tot m2
    Groeisnelheid

    Vermeerdering

    Voortplantingsmethode
    Te stekken (stek is tussen de 5 en 50cm)
    Te knotten (sliet is circa 2m)
    Maakt zaailingen
    Verspreidingssnelheid/vermeerdering
    Boom is zelfbestuivend Nee

    Snoeiperiode

    Deze boom is bladhoudend Nee
    Zomer juni tot juli
    Winter oktober tot maart
    Bladvormen Langwerpig
    Gemakkelijk te snoeien Nee

    Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)

    Kleur

    Kenmerken Knop (50-200cm)

    Kleur
    Knop stand
    Verspreidstaand
    Knop vorm
    Eivormig

    Overige

    Wortel
    Oppervlakkig wortelend
    Bloei
    Heeft katjes
    Windgevoeligheid Niet gevoelig voor (zee)wind

    Ziektes

    Is gevoelig voor de volgende ziekten
    Watermerkziekte (Wilg)

    Insecten

    Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? 450
    Welke insecten groepen leven op deze boom/plant?
    Bijen
    Vlinders
    Zweefvliegen
    Kevers
    Hommels
    Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Vogels

    Gemiddeld aantal vogels per boom/plant?
    Welke vogel groepen leven op deze boom/plant?
    Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Zoogdieren

    Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant?
    Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant?
    Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Bloeiperiode

    Zomer maart tot april

    Boomsoorten

    Boomsoorten waarbij deze boom graag staat

    Stam hoogte

    Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom

    van - tot, in hele meters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Stam diameter

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.

    van - tot, in hele centimeters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa bovengronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa ondergronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Stoffenbinder

    Informatie niet beschikbaar

    Koolstofattractie (kf)

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom Loofbomen (Kf = 0,48)

    Opwarming

    Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. Ja

    Plant instructie

    Slieten tot 30-40 cm in de grond steken. Een andere optie is om de slieten eerst in het water te zetten om ze te laten wortelen.

    Oogst instructie

    Vers gesnoeide takken kunnen gebruikt worden om te planten of te laten wortelen.

    Onderhouds instructie

    Grauwe wilg is een sterke struik die bekend staat om zijn aanpassingsvermogen aan verschillende omgevingen, waardoor de verzorging relatief eenvoudig is. Belangrijke zorgbehoeften zijn regelmatig water geven tijdens droge periodes en jaarlijks snoeien om de vorm te behouden en gezonde groei aan te moedigen. Speciale zorgpunten voor grauwe wilg zijn het bieden van goed doorlatende grond om wortelrot te voorkomen en ervoor zorgen dat er voldoende ruimte is omdat het behoorlijk groot kan worden.

    De beste snoei periode voor wilgen snoeien is in het vroege voorjaar, het late najaar en de winter. Voor knotten mininaal 1x per 3 jaar snoeien. 

    Oogst/herkenning in de winter

    De takken en twijgen zijn vaak kronkelig grijsgroene of bruingrijze kleur. De jongste twijgen zijn vaak licht behaard. De knoppen zijn bruin, eivormig, klein en licht behaard. De knoppen staan verspreid op de takken. Bij jonge exemplaren is de schors glad en grijzig, bij oudere exemplaren is de schors ruwer en zijn vaak grote groeven en spleten aanwezig.

    Biotoop

    Grauwe wilg is sterk gebonden aan vochtige plaatsen, maar niet beperkt tot zure bodems zoals Geoorde wilg. We vinden deze soort in vochtige bossen, duinvalleien laagveengebieden, langs rivieren en in beekdalen. De soort is in Nederland zeer algemeen, maar komt wat minder voor in de noordelijke kleigebieden. In Belgiƫ is zij vrij algemeen tot vrij zeldzaam. Verder komt de soort voor in Europa (behalve het meest westelijke deel), in de gematigde streken van Aziƫ, en in Noord-Afrika.


     


    Volwassen boom
    Bloeiwijze
    Blad
    Bloeiwijze
    Blad
    Vruchten