Vlinderstruik
Algemene kenmerken van een Vlinderstruik
De vlinderstruik is een prachtige bloeiende heester met grote paarse bloemtrossen die veel vlinders en andere insecten lokt als nectarplant. Het is een uitheemse soort.
Kenmerken
Hoe plant je een Vlinderstruik
Wortels minstens 10 cm onder de grond.
Knip stekken van de moederplant, waarbij je 2 bladknoppen boven de grond laat en 2 knoppen in de grond zet; beste tijd om te stekken is najaar-vroege voorjaar.
Hoe oogst je een Vlinderstruik
Zaailingen oogsten
Verzorgen en snoeien van je Vlinderstruik
Er zijn drie momenten in het jaar waarop het raadzaam is om de vlinderstruiken te snoeien. De belangrijkste snoeibeurt vindt plaats aan het einde van de winter of het begin van het voorjaar. Wacht hiermee tot het niet meer vriest, want vooral de jonge scheuten van de plant zijn erg kwetsbaar en kunnen met vorstschade te maken krijgen. Afhankelijk van de weersomstandigheden vindt deze snoeibeurt plaats tussen maart en mei. Takken tot enkele tientallen centimeters hoogte terugsnoeien. Na deze snoeibeurt heeft de vlinderstruik een groeispurt en maakt hij in korte tijd veel nieuwe scheuten aan.
De vlinderstruik of Buddleja bloeit op nieuw hout, ofwel, op de takken die komend seizoen aan de struik zullen verschijnen. Hoe meer jonge scheuten er zijn, hoe meer bloemen er dus zullen ontstaan.
Wie een extra compacte vlinderstruik in de tuin wil, snoeit in juni de toppen van de takken af. Doe dit bij voorkeur met een tuinschaar of snoeischaar en knip de toppen een voor een van de takken. Het gevolg van deze snoeibeurt is dat de vlinderstruik vanaf de maand erna ook op de uiteinden van al zijn takken bloeit. Hiermee maakt de bloeiende haag een vollere en meer uitbundige indruk.
Koppen kunt u later in het bloeiseizoen van de planten doen. Idealiter begint u hier in augustus mee. Niet alle bloementrossen van de vlinderstruik zijn namelijk op hetzelfde moment uitgebloeid. Als u de uitgebloeide bloementrossen wegsnoeit, zal er licht op andere bloemknoppen vallen, waarna deze weer open zullen gaan. Zo kunt u het toch al zo lange bloeiseizoen van de vlinderstruik verlengen en maar liefst tot in oktober van de kleurrijke bloemen genieten.
Waar groeit een Vlinderstruik
Vlinderstruik is een soort van droge tot vochtige, matig voedselrijke, stenige milieus. Kan niet tegen hele natte omstandigeden. In sterk verstedelijkte milieus is het veruit de algemeenste struik. De soort groeit er op verwaarloosde gebouwen en op braakliggende terreinen. Doordat de soort zich met de wind verbreidt, kan ze zich zeer gemakkelijk vestigen in allerlei spleten en kieren van muren.
Algemeen
Origine |
Uitheems
Invasief
|
Boomtype | Struik |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 1 tot 2 Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 3 tot 20 Jaar |
Maximale leeftijd | 20 tot 30 Jaar |
Benodigde ruimte | 1 tot 2m2 |
Groeisnelheid |
Vermeerdering
Voortplantingsmethode |
Te stekken (stek is tussen de 5 en 50cm)
Maakt zaailingen
|
Verspreidingssnelheid/vermeerdering |
|
Boom is zelfbestuivend | Nee |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Nee |
Zomer | juni tot oktober |
Winter | maart tot mei |
Bladvormen | Lancetvormig |
Gemakkelijk te snoeien | Ja |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Lenticellen | Ja |
Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand |
Afwisselend
|
Knop vorm |
Eivormig
|
Overige
Wortel |
Diep en breed wortelend
|
Bloei |
Heeft bloemen
|
Windgevoeligheid | Matig gevoelig voor (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten |
Niet bijzonder gevoelig voor specifieke ziekte
|
Geschikte grondsoorten voor de Vlinderstruik
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Geschikte waterstand voor de Vlinderstruik
Geschikte zuurtegraad voor de Vlinderstruik
Voedingsbehoefte Vlinderstruik
1. | Zeer voedselarme bodem |
2. | Zeer voedselarme tot voedselarme bodem |
3. | Voedselarme bodem |
4. | Voedselarme tot matig voedselrijke bodem |
5. | Matig voedselrijk bodem |
6. | Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem |
7. | Voedselrijke bodem |
8. | Uitgesproken voedselrijke bodem |
9. | Zeer uitgesproken voedselrijke bodem |
Vochtigheid
1. | Extreem droge bodems |
2. | Extreem droge tot droge bodems |
3. | Droge bodems |
4. | Droge tot droge/vochtige bodems |
5. | Droge/vochtige bodems |
6. | Droge/vochtige tot vochtige bodems |
7. | Vochtige bodems |
8. | Vochtige tot natte bodems |
9. | Natte bodems |
Lichtbehoefte van de Vlinderstruik
Bij welke streek past deze boomsoort?
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
Bijen
Vlinders
|
Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
Welke vogel groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | juni tot september |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Geschikt voor zoogdieren?
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Vossen |
|
Varken |
|
Schaap |
|
Paard |
|
Mens |
|
Koe |
|
Kip |
|
Kat |
|
Hond |
|
Herbivore knaagdieren |
|
Geit |
|
Dassen |
|
Bevers |
|
Zwijn |
|
Muis |
|
Ree |
|
Hert |
|
Eekhoorn |
|
Fret |
|
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen? |
CO2
Fijnstof
|
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Ja |