Linde (Hollandse)

Hier vind je meer informatie over de Linde (Hollandse)

Algemeen

De Hollandse linde is een natuurlijke kruising tussen de zomerlinde en de winterlinde. De wetenschappelijke naam 'tilia' is afgeleid van het Griekse ptilon = vleugel, naar de gevleugelde bloemen en vruchten.

Zowel in ons stadsbeeld als in veel lanen en langs wegen aangeplant vind je de Linde. De boom is gemakkelijk te herkennen vooral doordat er in de loop van een groeiseizoen erg veel jonge scheuten, zogenaamde waterloten, ontstaan aan de voet van de Linde. De kenmerkende gele bloeiwijzen met bloemen die een zoete geur verspreiden vallen ook op, net als de vruchten die samen met het vruchtblad in de herfst naar beneden komen zeilen.

In juni zorgen de heerlijk zoete geur en het zoemen van de bijen voor een bijzondere gewaarwording onder deze bomen. Ecologisch gezien is het een erg belangrijke soort, want bossen met linden kennen een hoge biodiversiteit, voor een belangrijk deel bepaald door de voorjaarsbloeiers in de ondergroei.


 

Kenmerken


Grondsoorten

0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
Grondsoort Geschiktheid
Lichte klei
Zware klei
Zand
Veen
Leem
Moerig op zand
Lichte zavel
Zware zavel

Watertrap

0 = niet ingevuld, I = laag, VIII = hoog
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII

Zuurtegraad

pH1 = laag, pH9 = hoog
0.0
0.5
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Voedselrijkdom

1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Vochtigheid

1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Lichtbehoefte

  • Zon
  • Half-schaduw
  • Toelichting

    Grondsoorten
    Een overzicht van grondsoorten met een aanduiding over hoe geschikt deze is voor deze soort.

    Lichtbehoefte
    Lichtbehoefte van de soort.

    Watertrap
    Watertrap voor de soort van laag (I) t/m hoog (VIII).

    Zuurtegraad
    pH-waarde range waarbinnen de soort gedijt.

    Voedselrijkdom
    Benodigde voedselrijkdom bodem.

    1. Zeer voedselarme bodem
    2. Zeer voedselarme tot voedselarme bodem
    3. Voedselarme bodem
    4. Voedselarme tot matig voedselrijke bodem
    5. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    6. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    7. Voedselrijke bodem
    8. Uitgesproken voedselrijke bodem
    9. Zeer uitgesproken voedselrijke bodem

    Bij welke streek past deze boomsoort?

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Streek Geschiktheid
    Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL
    Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE
    Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM
    Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN
    Reestdal: OUD-AVEREERST
    Vechtdal: OMMEN
    IJsseldal: DEVENTER
    Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL
    Twente: DENEKAMP
    Achterhoek: WINTERSWIJK
    Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO
    Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL
    Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG
    Limburgse Maasstreek: TEGELEN
    Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN
    De Peel: VENHORST
    Limburgs heuvelland: VALKENBURG
    Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE
    Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN
    Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD
    Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO
    IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN
    Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP
    West-Friesland: SPANBROEK
    Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR
    Kop van Overijssel

    Toe te passen in landschappen

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Landschap Geschiktheid
    Voedselbos
    Haag
    Heg
    Bos
    Voederhaag
    Achtertuin
    Kleine achtertuin
    Solitair
    Houtwal

    Cultuurhistorische waarde

    0 = niet ingevuld, 1 = laag, 9 = hoog

    Geschikt voor zoogdieren?

    giftig, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Zoogdier Geschiktheid
    Dassen
    Eekhoorn
    Fret
    Geit
    Herbivore knaagdieren
    Hert
    Hond
    Kat
    Zwijn
    Vossen
    Varken
    Ree
    Paard
    Muis
    Mens
    Koe
    Kip
    Schaap

    Toelichting

    Eetbaarheid

    • Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
    1. Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
    2. Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
    3. Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
    4. Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
    5. Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.

    Algemeen

    Origine
    Inheems
    Boomtype Loofboom

    Lengte en leeftijd

    Lengte in ca. 10 jaar 8 tot 10 Meter
    Voortplantingsrijp in hoeveel jaar 15 tot 800 Jaar
    Maximale leeftijd 300 tot 400 Jaar
    Benodigde ruimte 80 tot 100m2
    Groeisnelheid

    Vermeerdering

    Voortplantingsmethode
    Maakt zaailingen
    Verspreidingssnelheid/vermeerdering
    Boom is zelfbestuivend Ja

    Snoeiperiode

    Deze boom is bladhoudend Ja
    Zomer Niet snoeien in de zomer
    Winter oktober tot maart
    Bladvormen Hartvormig
    Gemakkelijk te snoeien Nee

    Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)

    Lenticellen Ja
    Kleur

    Kenmerken Knop (50-200cm)

    Kleur
    Knop stand
    Afwisselend
    Knop vorm
    Eivormig

    Overige

    Wortel
    Diep wortelend
    Bloei
    Heeft bloemen
    Heeft vruchten
    Windgevoeligheid Niet gevoelig voor (zee)wind

    Ziektes

    Is gevoelig voor de volgende ziekten Informatie niet beschikbaar

    Insecten

    Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? 57
    Welke insecten groepen leven op deze boom/plant?
    Bijen
    Zweefvliegen
    Luizen
    Hommels
    Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant?
    Lindebladluis
    Lindebladwesp

    Vogels

    Gemiddeld aantal vogels per boom/plant?
    Welke vogel groepen leven op deze boom/plant?
    Gaaien
    Vinken
    Mezen
    Zwartkoppen
    Spechten
    Fazanten
    Appelvinken
    Pestvogels
    Boomklevers
    Groenlingen
    Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Zoogdieren

    Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant?
    Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant?
    Eekhoorns
    Zwijnen
    Herten
    Reeen
    Konijnen
    Muizen
    Hazen
    Dassen
    Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Bloeiperiode

    Zomer juni tot juli

    Boomsoorten

    Boomsoorten waarbij deze boom graag staat

    Stam hoogte

    Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom

    van - tot, in hele meters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Stam diameter

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.

    van - tot, in hele centimeters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa bovengronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa ondergronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Stoffenbinder

    Informatie niet beschikbaar

    Koolstofattractie (kf)

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom Loofbomen (Kf = 0,48)

    Opwarming

    Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. Ja

    Plant instructie

    Wortels minstens 10 cm onder de grond. Graaf een plantgat dat 1,5 x zo breed is als het wortelstelsel; zorg dat de wortels bedekt zijn met aarde; niet dieper planten dan tot waar de stam begint.

    Onderhouds instructie

    Water geven is in de beginperiode na de aanplanting belangrijk, zodat de wortels goed aan de bodem kunnen wennen. Wanneer het langere periodes warm en droog is, geef je je jonge boom of oude boom extra water om uitdroging te voorkomen. Maar let wel altijd op de afwatering, want een Linde houdt niet van natte voeten.

    Het voordeel van Lindes is dat ze goed te snoeien zijn. Dit maakt de Lindeboom geschikt als leiboom of haag, zowel voor een grote tuin als kleine tuin. Een Linde snoeien doe je het best tussen november en maart.

    Oogst/herkenning in de winter

    De knoppen van Tilia zijn meestal vrij groot, stomp eivormig tot rond eivormig met vaak drie fijnbehaarde knopschubben van ongelijke grootte en met steunbladmerken. Ook knoppen met twee kale knopschubben zonder deze bladmerkjes komen voor. De kleur komt in het algemeen overeen met de kleur van de twijg, dus ook hier met licht en schaduwzijden en wel of niet glanzend en/of dof.

    Biotoop

    De Hollandse linde gedijt het beste op een zonnige tot halfschaduwrijke plek in de tuin. Hij kan goed groeien in verschillende grondsoorten, maar geeft de voorkeur aan goed doorlatende, voedselrijke en vochtige grond.

    De linde groeit in heel Nederland maar gedijt het beste op een voedselrijke bodem zoals in de rivier- en beekdalen en op de Zuid-Limburgse lössgronden.


    Blad
    Bloeiwijze
    Vruchten
    Volwassen boom