Kornoelje (Gele)

Wil jij een Kornoelje (Gele) planten? Dan vind je hier alle informatie die je nodig hebt over hoe je de Kornoelje (Gele) het beste kunt planten, en over het snoeien en verzorgen van je Kornoelje (Gele).

Algemene kenmerken van een Kornoelje (Gele)

Gele kornoelje, Cornus mas, is aan het eind van de winter gemakkelijk te herkennen, omdat deze struik dan bloeit met kleine, viertallige, gele bloemen. De bloemen hebben kleine kroonbladen die een kruis vormen. De struik of kleine boom kan tot zo'n 6 meter hoog worden. De stam ziet er grillig en sterk vertakt uit, waarbij de takken nogal veel kronkels hebben.

De kersrode bessen of steenvruchten, die ontstaan als de bloemen bevrucht zijn door bijen of vroeg in het jaar vliegende insecten zijn weliswaar wrang van smaak, maar eetbaar. Ze werden en worden wel tot compote verwerkt. Om die reden werd Gele kornoelje ook wel in moestuinen geplant. Uit dit soort aanplanten kon de soort ook wel verwilderen, doordat de steenvruchten door vogels verspreid worden.


Hoe plant je een Kornoelje (Gele)

Wortels minstens 10 cm onder de grond. Graaf een plantgat dat 1,5 x zo breed is als het wortelstelsel; zorg dat de wortels bedekt zijn met aarde; niet dieper planten dan tot waar de stam begint

Hoe oogst je een Kornoelje (Gele)

Heeft zelden afleggers.

Verzorgen en snoeien van je Kornoelje (Gele)

Weinig of niet, snoei na de bloei. Eventueel vormsnoei, uitlichten van de kroon en dode takken weg snoeien.

Waar groeit een Kornoelje (Gele)

Gele kornoelje groeit op kalkrijke grond in struikgewas en lichte loofbossen, in heggen en houtwallen en ook in het stinsenmilieu. De soort komt van nature van de Kaukasus via Turkije en Zuidoost- en Midden-Europa tot, nog net, Zuid-Limburg. Daar groeit hij in krijthellingbossen, ruige kalkgraslanden en in de bermen van holle wegen. De Gele kornoelje groet het best op humusrijke, kalkrijke, goeddoorlatende en vochtige grond. De plant tolereert droge grond maar de bessen zijn groter op vochthoudende grond.


Algemeen

Origine
Inheems
Boomtype Struik

Lengte en leeftijd

Lengte in ca. 10 jaar 2 tot 4 Meter
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar 0 tot 200 Jaar
Maximale leeftijd tot Jaar
Benodigde ruimte tot m2
Groeisnelheid Gemiddeld

Vermeerdering

Voortplantingsmethode
Maakt zaailingen
Verspreidingssnelheid/vermeerdering
Boom is zelfbestuivend Nee

Snoeiperiode

Deze boom is bladhoudend Nee
Zomer Niet snoeien in de zomer
Winter januari tot februari
Bladvormen Eirond
Gemakkelijk te snoeien Nee

Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)

Kenmerken Knop (50-200cm)

Kleur
Knop stand
Verspreidstaand
Tegenoverstaand
Knop vorm
Rond

Overige

Wortel
Diep en breed wortelend
Bloei
Heeft bloemen
Heeft vruchten
Windgevoeligheid Matig gevoelig voor (zee)wind

Ziektes

Is gevoelig voor de volgende ziekten Informatie niet beschikbaar

Oogst/herkenning in de winter

De knop bestaat uit vier gelig gekleurde knopblaadjes, die na het ontsluiten onder aan de bloemstelen blijven staan en analoog aan de rol van een omwindsel bij de Schermbloemigen de rol van omwindsel vervullen. De jonge omwindselbladen zijn licht geel van kleur en als ze zich net hebben uitgespreid de bladrand is een beetje behaard. Ze blijken zelfs nog aanwezig te zijn als de steenvruchten zich gevormd hebben.


Geschikte grondsoorten voor de Kornoelje (Gele)

In dit overzicht kun je terugvinden in welke soorten grond de Kornoelje (Gele) het beste groeit.
Grondsoort Geschiktheid
Lichte klei
Zware klei
Zand
Veen
Leem
Moerig op zand
Lichte zavel
Zware zavel

Geschikte waterstand voor de Kornoelje (Gele)

Een (grond)watertrap geeft aan hoe diep het grondwater doorgaans onder het maaiveld staat. Hoe hoger het Romeinse cijfer, hoe dieper het grondwater staat.
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII

Geschikte zuurtegraad voor de Kornoelje (Gele)

Elke grondsoort heeft een bepaalde zuurtegraad, gemeten in pH-waarden. De Kornoelje (Gele) kun je planten in een bodem die valt in dit bereik:
0.0
0.5
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Voedingsbehoefte Kornoelje (Gele)

Sommige bodemsoorten bieden meer voedselrijkdom dan andere.
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0
1. Zeer voedselarme bodem
2. Zeer voedselarme tot voedselarme bodem
3. Voedselarme bodem
4. Voedselarme tot matig voedselrijke bodem
5. Matig voedselrijk bodem
6. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
7. Voedselrijke bodem
8. Uitgesproken voedselrijke bodem
9. Zeer uitgesproken voedselrijke bodem

Vochtigheid

Staat Kornoelje (Gele) graag met zijn wortels in extreem droge (1.0) of natte (9.0) bodem?
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0
1. Extreem droge bodems
2. Extreem droge tot droge bodems
3. Droge bodems
4. Droge tot droge/vochtige bodems
5. Droge/vochtige bodems
6. Droge/vochtige tot vochtige bodems
7. Vochtige bodems
8. Vochtige tot natte bodems
9. Natte bodems

Lichtbehoefte van de Kornoelje (Gele)

De Kornoelje (Gele) gedijt het beste onder deze lichtomstandigheden.
  • Zon
  • Half-schaduw
  • Schaduw

  • Bij welke streek past deze boomsoort?

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Streek Geschiktheid
    Limburgs heuvelland: VALKENBURG
    Limburgse Maasstreek: TEGELEN
    Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL
    Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE
    Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM
    Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN
    Reestdal: OUD-AVEREERST
    Vechtdal: OMMEN
    IJsseldal: DEVENTER
    Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL
    Twente: DENEKAMP
    Achterhoek: WINTERSWIJK
    Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO
    Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL
    Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG
    Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN
    De Peel: VENHORST
    Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE
    Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN
    Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD
    Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO
    IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN
    Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP
    West-Friesland: SPANBROEK
    Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR
    Kop van Overijssel

    Toe te passen in landschappen

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Landschap Geschiktheid
    Voedselbos
    Haag
    Heg
    Bos
    Voederhaag
    Achtertuin
    Kleine achtertuin
    Solitair
    Houtwal

    Cultuurhistorische waarde

    0 = niet ingevuld, 1 = laag, 9 = hoog

    Insecten

    Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? 6
    Welke insecten groepen leven op deze boom/plant?
    Bijen
    Vlinders
    Zweefvliegen
    Wespen
    Hommels
    Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Vogels

    Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? 8
    Welke vogel groepen leven op deze boom/plant?
    Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Zoogdieren

    Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant?
    Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant?
    Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Bloeiperiode

    Zomer februari tot april

    Boomsoorten

    Boomsoorten waarbij deze boom graag staat

    Geschikt voor zoogdieren?

    giftig, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Zoogdier Geschiktheid
    Dassen
    Eekhoorn
    Fret
    Geit
    Herbivore knaagdieren
    Hert
    Hond
    Kat
    Kip
    Koe
    Mens
    Muis
    Paard
    Ree
    Schaap
    Varken
    Vossen
    Zwijn
    Bevers

    Toelichting

    Eetbaarheid

    • Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
    1. Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
    2. Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
    3. Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
    4. Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
    5. Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.


    Stam hoogte

    Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom

    van - tot, in hele meters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Stam diameter

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.

    van - tot, in hele centimeters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa bovengronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa ondergronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Stoffenbinder

    Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen?
    CO2
    Fijnstof
    CO2
    Fijnstof

    Koolstofattractie (kf)

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom Loofbomen (Kf = 0,48)

    Opwarming

    Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. Nee

    Zo ziet een volwassen Boom Kornoelje (Gele) eruit

    Gele kornoelje

    Zo zien de vruchten van een Kornoelje (Gele) eruit

    Vruchten Gele kornoelje

    Zo ziet een Kornoelje (Gele) in bloei eruit

    Knop Gele kornoelje
    Bloeiwijze Gele kornoelje

    Zo ziet het blad van een Kornoelje (Gele) eruit

    Blad Gele kornoelje