Kamperfoelie (Japanse)
Dit betekent dat de soort van nature niet in Nederland voorkomt, zich snel vermeerderd en schadelijk is voor inheemse soorten. Invasieve soorten zorgen voor veel schade en overlast omdat ze sterk woekeren en moeilijk te bestrijden zijn.
En daarom mogen deze invasieve soorten niet in het buiten gebied geplant worden. Ook raden we aan om ze niet in je tuin te planten om zo verspreiding te voorkomen.
Er zijn soms elke uitzonderingen van planten van invasieve soorten. Deze staan bij de plant beschrijving hieronder.
Lees hier meer over inheemse, uitheemse en invasieve exoten.
Algemene kenmerken van een Kamperfoelie (Japanse)
Japanse kamperfoelie, is een soort kamperfoelie afkomstig uit Oost-Aziƫ, waaronder veel delen van China. Hij wordt vaak als sierplant gekweekt, maar is in een aantal landen een invasieve soort geworden.
Kenmerken
Waar groeit een Kamperfoelie (Japanse)
te planten in tuinen. Niet in het wild uitplanten
Algemeen
Origine |
Uitheems
Invasief
|
Boomtype | Struik |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 4 tot Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 2 tot 25 Jaar |
Maximale leeftijd | tot Jaar |
Benodigde ruimte | tot m2 |
Groeisnelheid |
Vermeerdering
Voortplantingsmethode | |
Verspreidingssnelheid/vermeerdering |
|
Boom is zelfbestuivend | Nee |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Nee |
Zomer | Niet snoeien in de zomer |
Winter | maart tot maart |
Bladvormen | Elliptisch |
Gemakkelijk te snoeien | Nee |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand |
Langs de tak
Aanliggend
|
Knop vorm |
Ovaal
|
Overige
Wortel |
Oppervlakkig wortelend
|
Bloei |
Heeft bloemen
Heeft vruchten
|
Windgevoeligheid | Niet gevoelig voor (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten | Informatie niet beschikbaar |
Oogst/herkenning in de winter
nvt
Geschikte grondsoorten voor de Kamperfoelie (Japanse)
In dit overzicht kun je terugvinden in welke soorten grond de Kamperfoelie (Japanse) het beste groeit.
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Geschikte waterstand voor de Kamperfoelie (Japanse)
Een (grond)watertrap geeft aan hoe diep het grondwater doorgaans onder het maaiveld staat. Hoe hoger het Romeinse cijfer, hoe dieper het grondwater staat.
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
Geschikte zuurtegraad voor de Kamperfoelie (Japanse)
Elke grondsoort heeft een bepaalde zuurtegraad, gemeten in pH-waarden. De Kamperfoelie (Japanse) kun je planten in een bodem die valt in dit bereik:
0.0
0.5
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0
Voedingsbehoefte Kamperfoelie (Japanse)
Sommige bodemsoorten bieden meer voedselrijkdom dan andere.
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0
1. | Zeer voedselarme bodem |
2. | Zeer voedselarme tot voedselarme bodem |
3. | Voedselarme bodem |
4. | Voedselarme tot matig voedselrijke bodem |
5. | Matig voedselrijk bodem |
6. | Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem |
7. | Voedselrijke bodem |
8. | Uitgesproken voedselrijke bodem |
9. | Zeer uitgesproken voedselrijke bodem |
Vochtigheid
Staat Kamperfoelie (Japanse) graag met zijn wortels in extreem droge (1.0) of natte (9.0) bodem?
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0
1. | Extreem droge bodems |
2. | Extreem droge tot droge bodems |
3. | Droge bodems |
4. | Droge tot droge/vochtige bodems |
5. | Droge/vochtige bodems |
6. | Droge/vochtige tot vochtige bodems |
7. | Vochtige bodems |
8. | Vochtige tot natte bodems |
9. | Natte bodems |
Lichtbehoefte van de Kamperfoelie (Japanse)
De Kamperfoelie (Japanse) gedijt het beste onder deze lichtomstandigheden.
Bij welke streek past deze boomsoort?
0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
0 = niet ingevuld, 1 = laag, 9 = hoog
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | 8 |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
Bijen
Zweefvliegen
Luizen
Hommels
|
Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | 10 |
Welke vogel groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | juni tot september |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Geschikt voor zoogdieren?
giftig, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Bevers |
|
Dassen |
|
Eekhoorn |
|
Fret |
|
Geit |
|
Herbivore knaagdieren |
|
Hert |
|
Hond |
|
Kat |
|
Kip |
|
Koe |
|
Mens |
|
Muis |
|
Paard |
|
Ree |
|
Schaap |
|
Varken |
|
Vossen |
|
Zwijn |
|
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
van - tot, in hele meters, gemiddelde
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
van - tot, in hele centimeters, gemiddelde
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen? |
CO2
Fijnstof
|
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Ja |
Zo ziet een Kamperfoelie (Japanse) in bloei eruit
Japanse kamperfoelie