Iep (Gladde/Veld)
Algemene kenmerken van een Iep (Gladde/Veld)
Zowel in onze natuur, maar ook aangeplant in parken kun je de Gladde iep, Ulmus minor vinden. De iep heeft een grillige groeivorm. De boom heeft ovaal tot eironde bladeren met de kenmerkende scheve bladvoet. De Gladde/Veld iep heeft een ruwe schors die grijsbruin van kleur is. Op de takken zijn soms kurklijsten zichtbaar, wat deze iep onderscheidt van de meeste andere iepen. Op iepen leven veel insecten. Iepen hebben daarmee een belangrijke functie voor de biodiversiteit. Meer dan honderd insectensoorten en mijten zijn gespecialiseerd op de iep. Opvallend bij de Gladde iep is de vele opslag uit de ondergrondse wortels, waardoor er behoorlijk dichte bosschages uit de opslag kunnen ontstaan.
Helaas is de Iep wel vatbaar voor de Iepenziekte.
Kenmerken
Hoe plant je een Iep (Gladde/Veld)
Wortels minstens 10 cm onder de grond. Graaf een plantgat dat 1,5 x zo breed is als het wortelstelsel; zorg dat de wortels bedekt zijn met aarde; niet dieper planten dan tot waar de stam begint.
Verzorgen en snoeien van je Iep (Gladde/Veld)
De Iep hoeft niet perse gesnoeid te worden. Als je hem wel wilt snoeien, doe dit dan in februari. Behoorlijk terug snoeien is geen probleem.
Waar groeit een Iep (Gladde/Veld)
Iepen groeien bij voorkeur op tamelijk voedselrijke, vochthoudende en kalkrijke grond. Ze verdragen zowel natte als tijdelijk droge omstandigheden, weerstaan flink wat strooizout en herstellen snel van grove snoei en wortelbeschadigingen. Iepen vragen een zwak zure tot basische grond.
Algemeen
Origine |
Inheems
|
Boomtype | Loofboom |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 2 tot 4 Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | tot Jaar |
Maximale leeftijd | 150 tot 200 Jaar |
Benodigde ruimte | tot m2 |
Groeisnelheid |
Vermeerdering
Voortplantingsmethode |
Maakt opschot
Te stekken (stek is tussen de 5 en 50cm)
Maakt zaailingen
|
Verspreidingssnelheid/vermeerdering |
|
Boom is zelfbestuivend | Ja |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Ja |
Zomer | Niet snoeien in de zomer |
Winter | november tot februari |
Bladvormen | Ovaal |
Gemakkelijk te snoeien | Nee |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Lenticellen | Ja |
Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand |
Afwisselend
|
Knop vorm |
Spoelvormig
|
Overige
Wortel |
Diep en breed wortelend
|
Bloei |
Heeft bloemen
Heeft vruchten
|
Windgevoeligheid | Niet gevoelig voor (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten |
Iepziekte
|
Oogst/herkenning in de winter
Hij heeft een vrij ruwe bast. Daarnaast heeft hij al snel in de winter rood-bruinige ronde knoppen, waar later de bloemen uitkomen. De twijgen zien er al snel in de winter heel goed herkenbaar uit door die ronde bolletjes eraan. Het onderscheid tussen de soorten is in de winter niet te maken.
Geschikte grondsoorten voor de Iep (Gladde/Veld)
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Geschikte waterstand voor de Iep (Gladde/Veld)
Geschikte zuurtegraad voor de Iep (Gladde/Veld)
Voedingsbehoefte Iep (Gladde/Veld)
1. | Zeer voedselarme bodem |
2. | Zeer voedselarme tot voedselarme bodem |
3. | Voedselarme bodem |
4. | Voedselarme tot matig voedselrijke bodem |
5. | Matig voedselrijk bodem |
6. | Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem |
7. | Voedselrijke bodem |
8. | Uitgesproken voedselrijke bodem |
9. | Zeer uitgesproken voedselrijke bodem |
Vochtigheid
1. | Extreem droge bodems |
2. | Extreem droge tot droge bodems |
3. | Droge bodems |
4. | Droge tot droge/vochtige bodems |
5. | Droge/vochtige bodems |
6. | Droge/vochtige tot vochtige bodems |
7. | Vochtige bodems |
8. | Vochtige tot natte bodems |
9. | Natte bodems |
Lichtbehoefte van de Iep (Gladde/Veld)
Bij welke streek past deze boomsoort?
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | 124 |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
Bijen
Vlinders
Zweefvliegen
Kevers
Wespen
Luizen
Mieren
|
Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Iepenpage
Iepenspintkever
Iepenzigzagbladwesp
|
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
Welke vogel groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | maart tot april |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Geschikt voor zoogdieren?
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Dassen |
|
Eekhoorn |
|
Fret |
|
Geit |
|
Herbivore knaagdieren |
|
Hert |
|
Kat |
|
Hond |
|
Kip |
|
Koe |
|
Mens |
|
Muis |
|
Paard |
|
Ree |
|
Schaap |
|
Varken |
|
Vossen |
|
Zwijn |
|
Bevers |
|
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen? |
CO2
Fijnstof
|
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Nee |