Eik (Zomer)

Wil jij een Eik (Zomer) planten? Dan vind je hier alle informatie die je nodig hebt over Eik (Zomer) en ook hoe je de Eik (Zomer) het beste kunt planten, snoeien en verzorgen.

Algemene kenmerken van een Eik (Zomer)

De zomereik of inlandse eik, oftewel de Quercus robur in het Latijn, is misschien wel de bekendste inheemse boomsoort in ons land. Robur betekent in het Latijns kracht en dat is een goede benaming voor deze soort. De zomereik kan namelijk zeer oud worden en uitgroeien tot een schitterende krachtpatser van maar liefst 30 m. hoog en breed. De inlandse eik heeft een sierlijk gevormd blad en produceert eikels die gegeten worden door allerlei dieren als eekhoorns, muizen en Vlaamse gaaien. De Zomereik biedt veel natuurwaarde voor velen soorten insecten, vogels en zoogdieren. De eik is zeer sterk, goed winterhard en verdraagt zowel stevige wind, zeewind als luchtvervuiling. De boom is bladverliezend en de kale zomereik vormt een prachtige aanblik in een winters landschap.


Hoe plant je een Eik (Zomer)

Wortels minstens 10 cm onder de grond; met penwortel kan dat 50 cm diep zijn.

Zorg voor een plantgat dat 1,5 x zo breed en diep is als de penwortels; dat kan een diepte van wel 50 cm diep zijn; zorg dat de wortels niet boven de grond uit komen

Hoe oogst je een Eik (Zomer)

Zaailingen oogsten

Verzorgen en snoeien van je Eik (Zomer)

De boom hoeft niet echt gesnoeid te worden. Om de boom in model te houden kan men in het voorjaar en/of in de zomer de lange scheuten inkorten om de vorm van de boom te behouden.

Waar groeit een Eik (Zomer)

Zomer eiken zijn weinig eisend en groeien op uiteenlopende bodemsoorten, maar goede groei is alleen mogelijk op voedselrijke zand-, klei-, leemgronden. Daar kunnen de bomen hoogten van 30 tot 40 m bereiken. Zelfs op voedselarme en droge bodems of juist op tamelijk natte veengronden kunnen eiken groeien, zij het langzaam: ze bereiken dan soms slechts een hoogte van 15 m.


Algemeen

Origine
Inheems
Boomtype Loofboom

Lengte en leeftijd

Lengte in ca. 10 jaar 5 tot 7 Meter
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar 20 tot 21 Jaar
Maximale leeftijd 300 tot 400 Jaar
Benodigde ruimte als solitair tot m2
Groeisnelheid Gemiddeld

Vermeerdering

Boom is zelfbestuivend Ja
Voortplantingsmethode
Maakt zaailingen
Voortplantingssnelheid

Voortplantingssnelheid

1. Zeer lage voortplantingssnelheid. Plant verspreidt zich bijna niet, heeft weinig zaden of vegetatieve verspreiding (bijv. bomen met zware zaden).
2. Lage voortplantingssnelheid. Verspreiding via beperkte zadenproductiel of specifieke omstandigheden vereist
3. Gemiddelde voortplantingssnelheid. Regelmatige verspreiding, afhankelijk van ! wind, water of dieren, met gematigde snelheid (bijv. Paardenbloem).
4. Hoge voortplantingssnelheid. Veel zaden en meerdere verspreidingsstrategieen (wind, vogels, vegetatief). Koloniseert snel open plekken
5. Zeer hoge voortplantingssnelheid. Invasieve soorten die zich explosief verspreiden over grote afstanden (bijv. Japanse duizendknoop).

Snoeiperiode

Deze boom is bladhoudend Ja
Zomer Niet snoeien in de zomer
Winter januari tot maart
Bladvormen Gelobt
Gemakkelijk te snoeien Nee

Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)

Kenmerken Knop (50-200cm)

Kleur
Knop stand
Verspreidstaand
Knop vorm
Rond

Overige

Wortel
Diep wortelend
Bloei
Heeft vruchten
Windgevoeligheid Matig gevoelig voor (zee)wind

Ziektes

Is gevoelig voor de volgende ziekten Informatie niet beschikbaar

Oogst/herkenning in de winter

diepe penwortel ook als jonge zaailing; schilferige bast; bruine knoppen.

Typisch voor elke oude eikenboom zijn de gelobde bladeren, schilferige bast met diepe groeven en eikels die aan de takken hangen. Het blad van een zomereik telt gemiddeld 4 à 5 lobben en is breed en onregelmatig. Het blad van een wintereik heeft een smallere en regelmatige vorm met 5 à 7 lobben. En er zijn nog een paar opvallende verschillen tussen de zomereik en de wintereik:

  • knoppen zomer eik zijn rond en die van winter eik spits.
  • de wintereik houdt in de winter zijn bruin geworden bladeren vast vs. de zomereik is kaal tijdens de winter
  • de bladsteeltjes van een wintereik (10-29 mm) zijn langer dan de bladsteeltjes bij een zomereik (2-8 mm)
  • het napje (hoedje) van de eikels van de wintereik heeft geen of een zeer kort steeltje vs. de napjes van de eikels van een zomereik staan op een steeltje

Lichtbehoefte van de Eik (Zomer)

De Eik (Zomer) gedijt het beste onder deze lichtomstandigheden.
  • Zon
  • Half-schaduw

  • Geschikte grondsoorten voor de Eik (Zomer)

    In dit overzicht kun je terugvinden in welke soorten grond de Eik (Zomer) het beste groeit.
    Grondsoort Geschiktheid
    Lichte klei
    Zware klei
    Zand
    Veen
    Leem
    Moerig op zand
    Lichte zavel
    Zware zavel

    Geschikte waterstand voor de Eik (Zomer)

    Een (grond)watertrap geeft aan hoe diep het grondwater doorgaans onder het maaiveld staat. Hoe hoger het Romeinse cijfer, hoe dieper het grondwater staat.
    I
    II
    III
    IV
    V
    VI
    VII
    VIII

    Geschikte zuurtegraad voor de Eik (Zomer)

    Elke grondsoort heeft een bepaalde zuurtegraad, gemeten in pH-waarden. De Eik (Zomer) kun je planten in een bodem die valt in dit bereik:
    0.0
    0.5
    1.0
    1.5
    2.0
    2.5
    3.0
    3.5
    4.0
    4.5
    5.0
    5.5
    6.0
    6.5
    7.0
    7.5
    8.0
    8.5
    9.0

    Voedingsbehoefte Eik (Zomer)

    Sommige bodemsoorten bieden meer voedselrijkdom dan andere.
    1.0
    1.5
    2.0
    2.5
    3.0
    3.5
    4.0
    4.5
    5.0
    5.5
    6.0
    6.5
    7.0
    7.5
    8.0
    8.5
    9.0
    1. Zeer voedselarme bodem
    2. Zeer voedselarme tot voedselarme bodem
    3. Voedselarme bodem
    4. Voedselarme tot matig voedselrijke bodem
    5. Matig voedselrijk bodem
    6. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    7. Voedselrijke bodem
    8. Uitgesproken voedselrijke bodem
    9. Zeer uitgesproken voedselrijke bodem

    Vochtigheid

    Staat Eik (Zomer) graag met zijn wortels in extreem droge (1.0) of natte (9.0) bodem?
    1.0
    1.5
    2.0
    2.5
    3.0
    3.5
    4.0
    4.5
    5.0
    5.5
    6.0
    6.5
    7.0
    7.5
    8.0
    8.5
    9.0
    1. Extreem droge bodems
    2. Extreem droge tot droge bodems
    3. Droge bodems
    4. Droge tot droge/vochtige bodems
    5. Droge/vochtige bodems
    6. Droge/vochtige tot vochtige bodems
    7. Vochtige bodems
    8. Vochtige tot natte bodems
    9. Natte bodems

    Bij welke streek past deze boomsoort?

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Streek Geschiktheid
    Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO
    Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL
    Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE
    Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM
    Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN
    Reestdal: OUD-AVEREERST
    Vechtdal: OMMEN
    IJsseldal: DEVENTER
    Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL
    Twente: DENEKAMP
    Achterhoek: WINTERSWIJK
    Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO
    Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL
    Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG
    Limburgse Maasstreek: TEGELEN
    Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN
    De Peel: VENHORST
    Limburgs heuvelland: VALKENBURG
    Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE
    Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN
    Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD
    IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN
    Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP
    West-Friesland: SPANBROEK
    Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR
    Kop van Overijssel

    Toe te passen in landschappen

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Landschap Geschiktheid
    Voedselbos
    Haag
    Heg
    Bos
    Voederhaag
    Achtertuin
    Kleine achtertuin
    Solitair
    Houtwal

    Cultuurhistorische waarde

    0 = niet ingevuld, 1 = laag, 9 = hoog

    Insecten

    Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? 450
    Welke insecten groepen leven op deze boom/plant?
    Wordt deze soort als waardplant voor insecten gebruikt? Nee
    Voor welke insecten is deze soort een waardplant?

    Vogels

    Gemiddeld aantal vogels per boom/plant?
    Welke soorten vogels leven van deze boom/plant??

    Zoogdieren

    Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant?
    Welke soorten zoogdieren leven op deze boom/plant?
    Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Bloeiperiode

    Zomer april tot mei

    Boomsoorten

    Boomsoorten waarbij deze boom graag staat

    Geschikt voor zoogdieren?

    giftig, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Zoogdier Geschiktheid
    Dassen
    Eekhoorn
    Fret
    Geit
    Herbivore knaagdieren
    Hert
    Hond
    Kat
    Kip
    Koe
    Mens
    Muis
    Paard
    Ree
    Schaap
    Varken
    Vossen
    Zwijn
    Bevers

    Toelichting

    Eetbaarheid

    • Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
    1. Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
    2. Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
    3. Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
    4. Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
    5. Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.


    Stam hoogte

    Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom

    van - tot, in hele meters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Stam diameter

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.

    van - tot, in hele centimeters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa bovengronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa ondergronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Stoffenbinder

    Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen?
    CO2
    Fijnstof

    Koolstofattractie (kf)

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom Loofbomen (Kf = 0,48)

    Opwarming

    Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. Nee
    CO2
    Fijnstof

    CO2

    0. niet ingevuld
    1. geen vastlegging
    2. geringe vastlegging
    3. matige vastlegging
    4. veel vastlegging
    5. zeer veel vastlegging

    Fijnstof

    0. niet ingevuld
    1. geen wegvangcapaciteit
    2. geringe wegvangcapaciteit
    3. matige wegvangcapaciteit
    4. grote wegvangcapaciteit
    5. zeer grote wegvangcapaciteit