Duivelswandelstok
Algemene kenmerken van een Duivelswandelstok
De Aralia elata, ook wel duivelswandelstok of engelenboom genoemd, is een bladverliezende sierheester die meestal uitgroeit tot een meerstammige struik die 4 tot 6 meter hoog kan worden. De plant vormt dikke, sterk gestekelde takken die een grijze kleur hebben.
Aan het einde van de zomer, augustus tot september, bloeit de Aralia elata met geurige, crèmewitte bloempluimen die veel vlinders en bijen trekken. Na de bloei komen er trossen roodzwarte bessen aan de plant die giftig zijn voor ons, maar waar de vogels van smullen. In de zomer komen er prachtig witte bloemschermen gevolgd door trossen met donkere besjes. In het najaar verkleurt de Duivelswandelstok met een mooie oranjerode verkleuring.
Kenmerken
Hoe plant je een Duivelswandelstok
Wortels dieper dan 10 cm onder de grond
Hoe oogst je een Duivelswandelstok
Voorzichtig te werk gaan om verwondingen te voorkomen (stekels).
Verzorgen en snoeien van je Duivelswandelstok
De Duivelswandelstok is een struik die weinig onderhoud vergt op het gebied van snoeien. In feite hoeft deze plant helemaal niet gesnoeid te worden, aangezien dit het beste is voor de gezondheid en groei van de plant. Kies ervoor om eventueel uitlopers aan de voet van de struik te verwijderen om deze wat smaller te houden. Gebruik wortelbegrenzers om te voorkomen dat de plant groter wordt dan gewenst.
Waar groeit een Duivelswandelstok
Herkomstig uit Oost-Azië in de bergbossen.
De Duivelswandelstok groeit op alle grondsoorten, soms een beetje te droog of te nat wordt wel verdragen, maar Aralia Elata heeft een voorkeur voor voedzame en licht vochtige grond.
Algemeen
| Origine |
Uitheems
|
| Boomtype | Struik |
Lengte en leeftijd
| Lengte in ca. 10 jaar | 3 tot 4 Meter |
| Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | tot Jaar |
| Maximale leeftijd | tot Jaar |
| Benodigde ruimte als solitair | 2 tot m2 |
| Groeisnelheid | trees.medium |
Vermeerdering
| Boom is zelfbestuivend | Ja |
| Voortplantingsmethode |
Maakt zaailingen
|
| Voortplantingssnelheid |
|
Voortplantingssnelheid
| 1. Zeer lage voortplantingssnelheid. Plant verspreidt zich bijna niet, heeft weinig zaden of vegetatieve verspreiding (bijv. bomen met zware zaden). |
| 2. Lage voortplantingssnelheid. Verspreiding via beperkte zadenproductiel of specifieke omstandigheden vereist |
| 3. Gemiddelde voortplantingssnelheid. Regelmatige verspreiding, afhankelijk van ! wind, water of dieren, met gematigde snelheid (bijv. Paardenbloem). |
| 4. Hoge voortplantingssnelheid. Veel zaden en meerdere verspreidingsstrategieen (wind, vogels, vegetatief). Koloniseert snel open plekken |
| 5. Zeer hoge voortplantingssnelheid. Invasieve soorten die zich explosief verspreiden over grote afstanden (bijv. Japanse duizendknoop). |
Snoeiperiode
| Deze boom is bladhoudend | Ja |
| Zomer | Niet snoeien in de zomer |
| Winter | februari tot maart |
| Bladvormen | Elliptisch |
| Gemakkelijk te snoeien | Ja |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
| Lenticellen | Ja |
| Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
| Kleur | |
| Knop stand |
Afwisselend
|
| Knop vorm |
Spoelvormig
|
Overige
| Wortel |
Diep en breed wortelend
|
| Bloei |
Heeft bloemen
Heeft vruchten
|
| Windgevoeligheid | trees.wind_sensitive.moderate_sensitive |
Ziektes
| Is gevoelig voor de volgende ziekten |
Niet bijzonder gevoelig voor specifieke ziekte
|
Oogst/herkenning in de winter
Talrijke stekels aan de stam
Lichtbehoefte van de Duivelswandelstok
Geschikte grondsoorten voor de Duivelswandelstok
| Grondsoort | Geschiktheid |
|---|---|
| Lichte klei |
|
| Zware klei |
|
| Zand |
|
| Veen |
|
| Leem |
|
| Moerig op zand |
|
| Lichte zavel |
|
| Zware zavel |
|
Geschikte waterstand voor de Duivelswandelstok
Geschikte zuurtegraad voor de Duivelswandelstok
Voedingsbehoefte Duivelswandelstok
| 1. | Zeer voedselarme bodem |
| 2. | Zeer voedselarme tot voedselarme bodem |
| 3. | Voedselarme bodem |
| 4. | Voedselarme tot matig voedselrijke bodem |
| 5. | Matig voedselrijk bodem |
| 6. | Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem |
| 7. | Voedselrijke bodem |
| 8. | Uitgesproken voedselrijke bodem |
| 9. | Zeer uitgesproken voedselrijke bodem |
Vochtigheid
| 1. | Extreem droge bodems |
| 2. | Extreem droge tot droge bodems |
| 3. | Droge bodems |
| 4. | Droge tot droge/vochtige bodems |
| 5. | Droge/vochtige bodems |
| 6. | Droge/vochtige tot vochtige bodems |
| 7. | Vochtige bodems |
| 8. | Vochtige tot natte bodems |
| 9. | Natte bodems |
Bij welke streek past deze boomsoort?
| Streek | Geschiktheid |
|---|---|
| Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
| Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
| Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
| Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
| Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
| Vechtdal: OMMEN |
|
| IJsseldal: DEVENTER |
|
| Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
| Twente: DENEKAMP |
|
| Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
| Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
| Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
| Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
| Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
| Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
| De Peel: VENHORST |
|
| Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
| Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
| Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
| Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
| Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
| IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
| Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
| West-Friesland: SPANBROEK |
|
| Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
| Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
| Landschap | Geschiktheid |
|---|---|
| Voedselbos |
|
| Haag |
|
| Heg |
|
| Bos |
|
| Voederhaag |
|
| Achtertuin |
|
| Kleine achtertuin |
|
| Solitair |
|
| Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Insecten
| Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | |
| Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
|
| Wordt deze soort als waardplant voor insecten gebruikt? | Nee |
| Voor welke insecten is deze soort een waardplant? |
Vogels
| Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
| Welke soorten vogels leven van deze boom/plant?? |
|
Zoogdieren
| Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
| Welke soorten zoogdieren leven op deze boom/plant? |
|
| Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
| Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
| Zomer | augustus tot september |
Boomsoorten
| Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Geschikt voor zoogdieren?
| Zoogdier | Geschiktheid |
|---|---|
| Paard |
|
| Mens |
|
| Varken |
|
| Schaap |
|
| Koe |
|
| Kip |
|
| Kat |
|
| Hond |
|
| Herbivore knaagdieren |
|
| Geit |
|
| Fret |
|
| Vossen |
|
| Zwijn |
|
| Ree |
|
| Muis |
|
| Hert |
|
| Eekhoorn |
|
| Dassen |
|
| Bevers |
|
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
| Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen? |
CO2
Fijnstof
|
Koolstofattractie (kf)
| (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
| Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Ja |
CO2
| 0. | niet ingevuld |
| 1. | geen vastlegging |
| 2. | geringe vastlegging |
| 3. | matige vastlegging |
| 4. | veel vastlegging |
| 5. | zeer veel vastlegging |
Fijnstof
| 0. | niet ingevuld |
| 1. | geen wegvangcapaciteit |
| 2. | geringe wegvangcapaciteit |
| 3. | matige wegvangcapaciteit |
| 4. | grote wegvangcapaciteit |
| 5. | zeer grote wegvangcapaciteit |