Duindoorn

Algemene kenmerken van een Duindoorn
Duindoorn is in de duinen de belangrijkste struweelpionier. De soort is het meest vitaal in jonge vochtige duinvalleien. Door de stikstoffixatie in wortelknolletjes kan Duindoorn zich gemakkelijk vestigen en uitbreiden op voedselarme zandbodems.
De oranje bessen zijn zeer rijk aan vitamine C en werden ten tijde van de koude oorlog in het voormalige Oostblok gebruikt als vervangers voor citrusvruchten.
Kenmerken
Hoe plant je een Duindoorn
Wortels minstens 10 cm onder de grond.
Graaf een plantgat dat 1,5 x zo breed is als het wortelstelsel; zorg dat de wortels bedekt zijn met aarde; niet dieper planten dan tot waar de stam begint.
De plant is tweehuizig, je dient dus steeds een mannelijke en een vrouwelijke plant aan te planten voor vruchtzetting.
Hoe oogst je een Duindoorn
Verzorgen en snoeien van je Duindoorn
Niet nodig behalve om scheve/dwarse takken weg te halen
Waar groeit een Duindoorn
Duindoorn gedijt het beste op goed doorlatende, losse, en diepe grond in volle zon. Hij groeit niet graag op zware, koude grond. Ideaal staan de planten op droge, zanderige, voedselrijke gronden.
Algemeen
Origine |
Inheems
|
Boomtype | Vaste planten (meerjarig) |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 1 tot 2 Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 10 tot 15 Jaar |
Maximale leeftijd | 10 tot 15 Jaar |
Benodigde ruimte als solitair | 1 tot 2m2 |
Groeisnelheid | Gemiddeld |
Vermeerdering
Boom is zelfbestuivend | Nee |
Voortplantingsmethode |
Te stekken (stek is tussen de 5 en 50cm)
Maakt zaailingen
Maakt wortelstokken
|
Voortplantingssnelheid |
|
Voortplantingssnelheid
1. Zeer lage voortplantingssnelheid. Plant verspreidt zich bijna niet, heeft weinig zaden of vegetatieve verspreiding (bijv. bomen met zware zaden). |
2. Lage voortplantingssnelheid. Verspreiding via beperkte zadenproductiel of specifieke omstandigheden vereist |
3. Gemiddelde voortplantingssnelheid. Regelmatige verspreiding, afhankelijk van ! wind, water of dieren, met gematigde snelheid (bijv. Paardenbloem). |
4. Hoge voortplantingssnelheid. Veel zaden en meerdere verspreidingsstrategieen (wind, vogels, vegetatief). Koloniseert snel open plekken |
5. Zeer hoge voortplantingssnelheid. Invasieve soorten die zich explosief verspreiden over grote afstanden (bijv. Japanse duizendknoop). |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Nee |
Zomer | september tot oktober |
Winter | Informatie niet beschikbaar |
Bladvormen | Langwerpig |
Gemakkelijk te snoeien | Nee |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Lenticellen | Nee |
Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand | Informatie niet beschikbaar |
Knop vorm |
Rond
|
Overige
Wortel |
Diep wortelend
|
Bloei |
Heeft bloemen
Heeft vruchten
|
Windgevoeligheid | Niet gevoelig voor (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten | Informatie niet beschikbaar |
Oogst/herkenning in de winter
Lichtbehoefte van de Duindoorn
Geschikte grondsoorten voor de Duindoorn
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Geschikte waterstand voor de Duindoorn
Geschikte zuurtegraad voor de Duindoorn
Voedingsbehoefte Duindoorn
1. | Zeer voedselarme bodem |
2. | Zeer voedselarme tot voedselarme bodem |
3. | Voedselarme bodem |
4. | Voedselarme tot matig voedselrijke bodem |
5. | Matig voedselrijk bodem |
6. | Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem |
7. | Voedselrijke bodem |
8. | Uitgesproken voedselrijke bodem |
9. | Zeer uitgesproken voedselrijke bodem |
Vochtigheid
1. | Extreem droge bodems |
2. | Extreem droge tot droge bodems |
3. | Droge bodems |
4. | Droge tot droge/vochtige bodems |
5. | Droge/vochtige bodems |
6. | Droge/vochtige tot vochtige bodems |
7. | Vochtige bodems |
8. | Vochtige tot natte bodems |
9. | Natte bodems |
Bij welke streek past deze boomsoort?
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | 0 |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
|
Wordt deze soort als waardplant voor insecten gebruikt? | Nee |
Voor welke insecten is deze soort een waardplant? |
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
Welke soorten vogels leven van deze boom/plant?? |
|
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke soorten zoogdieren leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | april tot mei |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Geschikt voor zoogdieren?
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Dassen |
|
Eekhoorn |
|
Fret |
|
Geit |
|
Herbivore knaagdieren |
|
Hert |
|
Hond |
|
Kat |
|
Kip |
|
Mens |
|
Koe |
|
Paard |
|
Muis |
|
Ree |
|
Schaap |
|
Varken |
|
Vossen |
|
Zwijn |
|
Bevers |
|
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen? |
CO2
|
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Ja |
CO2
0. | niet ingevuld |
1. | geen vastlegging |
2. | geringe vastlegging |
3. | matige vastlegging |
4. | veel vastlegging |
5. | zeer veel vastlegging |
Fijnstof
0. | niet ingevuld |
1. | geen wegvangcapaciteit |
2. | geringe wegvangcapaciteit |
3. | matige wegvangcapaciteit |
4. | grote wegvangcapaciteit |
5. | zeer grote wegvangcapaciteit |