Amberboom
Wil jij een Amberboom planten? Dan vind je hier alle informatie die je nodig hebt over hoe je de Amberboom het beste kunt planten, en over het snoeien en verzorgen van je Amberboom.
Algemene kenmerken van een Amberboom
De Amerikaanse amberboom (Liquidambar styraciflua) is een loofboom en komt van oorsprong uit het oosten van Noord-Amerika. De Amerikaanse amberboom wordt als sierboom sinds 1688 aangeplant in Europa. Het blad heeft mooie herfstkleuren: dieprood, geel en oranje.
Kenmerken
Hoe plant je een Amberboom
Plant het liefst met wortelkluit verplanten, verdraagt verplanting doorgaans slecht. Voorkeur voor jong plantmateriaal, meer kans op aanslaan.
Hoe oogst je een Amberboom
Wortelstelsel ruim uitgraven, het liefst met (deel vd) kluit.
Verzorgen en snoeien van je Amberboom
Waar groeit een Amberboom
Hier uitheems. Inheems in Noord- en Oost- Amerika en Mexico. Heeft lichtzure grond nodig en is niet erg windbestendig.
Algemeen
Origine |
Uitheems
|
Boomtype | Loofboom |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 5 tot 7 Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 10 tot 15 Jaar |
Maximale leeftijd | 50 tot 150 Jaar |
Benodigde ruimte | 20 tot 30m2 |
Groeisnelheid |
Vermeerdering
Voortplantingsmethode |
Maakt zaailingen
|
Verspreidingssnelheid/vermeerdering |
|
Boom is zelfbestuivend | Nee |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Nee |
Zomer | juni tot juli |
Winter | november tot december |
Bladvormen | Handvormig |
Gemakkelijk te snoeien | Ja |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Lenticellen | Ja |
Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand |
Afwisselend
|
Knop vorm |
Eivormig
|
Overige
Wortel |
Breed wortelstelsel
Oppervlakkig wortelend
|
Bloei |
Heeft bloemen
|
Windgevoeligheid | Gevoelig (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten |
Niet bijzonder gevoelig voor specifieke ziekte
|
Oogst/herkenning in de winter
Soms kurklijsten op de twijgen. Knoppen tamelijk groot en bruinachtig.
Geschikte grondsoorten voor de Amberboom
In dit overzicht kun je terugvinden in welke soorten grond de Amberboom het beste groeit.
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Geschikte waterstand voor de Amberboom
Een (grond)watertrap geeft aan hoe diep het grondwater doorgaans onder het maaiveld staat. Hoe hoger het Romeinse cijfer, hoe dieper het grondwater staat.
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII
Geschikte zuurtegraad voor de Amberboom
Elke grondsoort heeft een bepaalde zuurtegraad, gemeten in pH-waarden. De Amberboom kun je planten in een bodem die valt in dit bereik:
0.0
0.5
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0
Voedingsbehoefte Amberboom
Sommige bodemsoorten bieden meer voedselrijkdom dan andere.
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0
1. | Zeer voedselarme bodem |
2. | Zeer voedselarme tot voedselarme bodem |
3. | Voedselarme bodem |
4. | Voedselarme tot matig voedselrijke bodem |
5. | Matig voedselrijk bodem |
6. | Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem |
7. | Voedselrijke bodem |
8. | Uitgesproken voedselrijke bodem |
9. | Zeer uitgesproken voedselrijke bodem |
Vochtigheid
Staat Amberboom graag met zijn wortels in extreem droge (1.0) of natte (9.0) bodem?
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0
1. | Extreem droge bodems |
2. | Extreem droge tot droge bodems |
3. | Droge bodems |
4. | Droge tot droge/vochtige bodems |
5. | Droge/vochtige bodems |
6. | Droge/vochtige tot vochtige bodems |
7. | Vochtige bodems |
8. | Vochtige tot natte bodems |
9. | Natte bodems |
Lichtbehoefte van de Amberboom
De Amberboom gedijt het beste onder deze lichtomstandigheden.
Bij welke streek past deze boomsoort?
0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Toe te passen in landschappen
0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
0 = niet ingevuld, 1 = laag, 9 = hoog
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
Welke vogel groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | april tot mei |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Geschikt voor zoogdieren?
giftig, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Paard |
|
Mens |
|
Kip |
|
Koe |
|
Geit |
|
Schaap |
|
Varken |
|
Eekhoorn |
|
Hert |
|
Herbivore knaagdieren |
|
Fret |
|
Dassen |
|
Bevers |
|
Hond |
|
Kat |
|
Muis |
|
Ree |
|
Vossen |
|
Zwijn |
|
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
van - tot, in hele meters, gemiddelde
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
van - tot, in hele centimeters, gemiddelde
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen? |
CO2
Fijnstof
|
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Ja |