Abeel (Grauwe)

Hier vind je meer informatie over de Abeel (Grauwe)

Algemeen

De Grauwe abeel  is een populier. De grauwe abeel wordt wel beschouwd als een kruising van de witte abeel (Populus alba) en de ratelpopulier (Populus tremula). De plant komt voor in Klein-AziĆ« en in Zuid- en Midden-Europa. In Nederland wordt de boom al heel lang aangeplant.

Evenals de witte abeel is de grauwe abeel tweehuizig. Er zijn dus mannelijke en vrouwelijke bomen. De bloei is in februari voordat de bladeren verschijnen. Vrouwelijke hangende katjes zijn groenachtig grijsbruin. De mannelijke bestaan uit 8 tot 15 purperrode meeldraden. Nadat het stuifmeel is weggewaaid vallen ze af. De vrouwelijke blijven tot mei zitten. Dan openen zich de zaaddozen en komt het met donzig pluis omgeven zaad vrij. Aan de langloten komen tot 7 cm grote driehoekige bladen. De bovenzijde is glanzend groen, de onderzijde mat licht bruinig groen. De kleinere blaadjes aan de kortloten zijn wat ronder dan die van de witte abeel.

Kenmerken


Grondsoorten

0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
Grondsoort Geschiktheid
Lichte klei
Zware klei
Zand
Veen
Leem
Moerig op zand
Lichte zavel
Zware zavel

Watertrap

0 = niet ingevuld, I = laag, VIII = hoog
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII

Zuurtegraad

pH1 = laag, pH9 = hoog
0.0
0.5
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Voedselrijkdom

1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Vochtigheid

1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Lichtbehoefte

  • Zon
  • Toelichting

    Grondsoorten
    Een overzicht van grondsoorten met een aanduiding over hoe geschikt deze is voor deze soort.

    Lichtbehoefte
    Lichtbehoefte van de soort.

    Watertrap
    Watertrap voor de soort van laag (I) t/m hoog (VIII).

    Zuurtegraad
    pH-waarde range waarbinnen de soort gedijt.

    Voedselrijkdom
    Benodigde voedselrijkdom bodem.

    1. Zeer voedselarme bodem
    2. Zeer voedselarme tot voedselarme bodem
    3. Voedselarme bodem
    4. Voedselarme tot matig voedselrijke bodem
    5. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    6. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    7. Voedselrijke bodem
    8. Uitgesproken voedselrijke bodem
    9. Zeer uitgesproken voedselrijke bodem

    Bij welke streek past deze boomsoort?

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Streek Geschiktheid
    Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL
    Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE
    Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM
    Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN
    Reestdal: OUD-AVEREERST
    Vechtdal: OMMEN
    IJsseldal: DEVENTER
    Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL
    Twente: DENEKAMP
    Achterhoek: WINTERSWIJK
    Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO
    Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL
    Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG
    Limburgse Maasstreek: TEGELEN
    Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN
    De Peel: VENHORST
    Limburgs heuvelland: VALKENBURG
    Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE
    Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN
    Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD
    Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO
    IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN
    Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP
    West-Friesland: SPANBROEK
    Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR
    Kop van Overijssel

    Toe te passen in landschappen

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Landschap Geschiktheid
    Voedselbos
    Haag
    Heg
    Bos
    Voederhaag
    Achtertuin
    Kleine achtertuin
    Solitair
    Houtwal

    Cultuurhistorische waarde

    0 = niet ingevuld, 1 = laag, 9 = hoog

    Geschikt voor zoogdieren?

    giftig, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Zoogdier Geschiktheid
    Bevers
    Dassen
    Eekhoorn
    Fret
    Zwijn
    Vossen
    Mens
    Muis
    Paard
    Ree
    Schaap
    Varken
    Geit
    Herbivore knaagdieren
    Hert
    Hond
    Kat
    Kip
    Koe

    Toelichting

    Eetbaarheid

    • Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
    1. Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
    2. Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
    3. Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
    4. Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
    5. Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.

    Algemeen

    Origine
    Inheems
    Boomtype Loofboom

    Lengte en leeftijd

    Lengte in ca. 10 jaar 20 tot 30 Meter
    Voortplantingsrijp in hoeveel jaar 0 tot 16 Jaar
    Maximale leeftijd 150 tot 250 Jaar
    Benodigde ruimte tot 64m2
    Groeisnelheid

    Vermeerdering

    Voortplantingsmethode
    Maakt opschot
    Maakt wortelstokken
    Verspreidingssnelheid/vermeerdering
    Boom is zelfbestuivend Ja

    Snoeiperiode

    Deze boom is bladhoudend Ja
    Zomer Niet snoeien in de zomer
    Winter oktober tot februari
    Bladvormen Ruitvormig
    Gemakkelijk te snoeien Ja

    Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)

    Lenticellen Ja
    Kleur

    Kenmerken Knop (50-200cm)

    Kleur
    Knop stand
    Afwisselend
    Knop vorm
    Spoelvormig

    Overige

    Wortel
    Breed wortelstelsel
    Oppervlakkig wortelend
    Bloei
    Heeft katjes
    Windgevoeligheid Niet gevoelig voor (zee)wind

    Ziektes

    Is gevoelig voor de volgende ziekten
    Niet bijzonder gevoelig voor specifieke ziekte

    Insecten

    Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? 189
    Welke insecten groepen leven op deze boom/plant?
    Vlinders
    Kevers
    Luizen
    Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Vogels

    Gemiddeld aantal vogels per boom/plant?
    Welke vogel groepen leven op deze boom/plant?
    Vinken
    Roodborsten
    Fazanten
    Kneuen
    Fitissen
    Grasmussen
    Rietgorzen
    Houtduiven
    Heggenmussen
    Grauwe vliegenvangers
    Winterkoninkjes
    Houtsnippen
    Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Zoogdieren

    Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant?
    Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant?
    Eekhoorns
    Herten
    Bevers
    Vossen
    Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant?
    Eekhoorn
    Hert
    Bevers
    Vossen

    Bloeiperiode

    Zomer februari tot maart

    Boomsoorten

    Boomsoorten waarbij deze boom graag staat

    Stam hoogte

    Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom

    van - tot, in hele meters, gemiddelde
    Na 10 Jaar m m
    Na 20 Jaar m m
    Na 30 Jaar m m
    Na 80 Jaar m m

    Stam diameter

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.

    van - tot, in hele centimeters, gemiddelde
    Na 10 Jaar cm cm
    Na 20 Jaar cm cm
    Na 30 Jaar cm cm
    Na 80 Jaar cm cm

    Biomassa bovengronds

    in hele kg
    Na 10 Jaar 0 cm cm
    Na 20 Jaar cm cm
    Na 30 Jaar cm cm
    Na 80 Jaar cm cm

    Biomassa ondergronds

    in hele kg
    Na 10 Jaar cm cm
    Na 20 Jaar cm cm
    Na 30 Jaar cm cm
    Na 80 Jaar cm cm

    Stoffenbinder

    Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen?
    CO2
    Fijnstof

    Koolstofattractie (kf)

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom Loofbomen (Kf = 0,48)

    Opwarming

    Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. Nee

    Plant instructie

    Wordt meestal geleverd als 'slieten'van 1-3 m lang die zelf wortelen; steek zo diep mogelijk 40-60 cm in de grond liefst tot bodem vocht; en liefst vanaf half feb tot eind maart. Minder kans in nov/dec op aanslaan.

    Oogst instructie

    Takken als slieten te knotten en wortelopschot.

    Onderhouds instructie

    Net als andere populieren heeft de grauwe abeel vaak last van takbreuk op latere leeftijd. Door op tijd overbelaste takken te verwijderen kan dit enigszins worden voorkomen.

    Oogst/herkenning in de winter

    De knoppen zijn roodbruin en alleen aan de basis behaard. Eindknoppen zijn groter dan de zijknoppen. De 7-8 cm grote, driehoekig tot rondachtige grof getande bladeren zijn afwisselend geplaatst.

    Biotoop

    De Grauwe abeel groeit graag op niet te vochtige, min of meer voedselrijke en liefst kalkhoudende grond. Je kan hem aantreffen op een drogere, wat armere zandgrond maar ook in rivierdalen, vochtige duinen en bossen. Hij wordt vaak aangeplant om vlak land enige bescherming te bieden. Hij blijkt goed bestand tegen zeewind. 
     


    Volwassen boom
    Blad
    Knop
    Volwassen boom
    Bloeiwijze