Wilg (Geoorde)
Algemene kenmerken van een Wilg (Geoorde)
Geoorde wilg Salix aurita is een veel vertakte rechtopstaande struik, meestal niet hoger dan 2,5 m. De talloze door elkaar groeiende takken zijn meestal kort en dun. De jongere zijn dunviltig, de oudere kaal, bruin of zwartachtig. Het kale hout heeft talloze opvallende striae (in de lengte verlopende smalle ribbels). De knopschubben zijn bruin of purper, meestal met kleine haartjes bestrooid. De bladen zijn rondachtig-omgekeerd eirond tot langwerpig-omgekeerd eirond, met een wigvormige, soms zwak-hartvormige voet en een afgeronde top. Op die top zit een korte, meestal teruggekromde spits.
De katjes bloeien in april en vroeg in mei, vóór het uitlopen van de bladeren. Ze zijn meestal klein, de mannelijke eirond of langwerpig (1:1 à 1½), dichtbloemig, de vrouwelijke eirond tot cilindrisch (1:1½ à 2), dicht-, later losbloemig. De katjesschubben zijn klein, roodachtig geel of lichtbruin, aan de top zwartachtig, aan weerszijden meer of minder sterk en langbehaard. De nectarklier is klein, langwerpig en afgeknot. De katjes, die overigens veel op die van Boswilg lijken, hebben bijzonder gekleurde schubben en in de vrouwelijke bloemen is de vrucht soms bijna langer gesteeld dan de katjesschub.\
Daarnaast helpen de wilgen ook voor een gezond bodemleven. Ze laten hun blad vallen wat goede mulch is voor de bodem. Als pionier planten bereiden ze het landschap voor op de volgende fase van successie.
Gelijkende taxa
De Geoorde wilg kan verward worden met de Grauwe wilg s.s. Salix cinerea subsp. cinerea , waarmee hij vaak samengroeit. De Grauwe wilg s.s. is een grotere struik met stevigere, niet door elkaar groeiende takken. De bladen zijn groter, de bovenkant is niet-rimpelig. De beide zuivere soorten zijn vrij goed van elkaar te onderscheiden, maar bijvoorbeeld de kruising Geoorde wilg x Grauwe wilg Salix x multinervis (S. aurita x cinerea) komt veel voor en bestrijkt het hele vormenspectrum tussen de twee soorten.
Kenmerken
Hoe plant je een Wilg (Geoorde)
Wordt meestal geleverd als 'slieten'van 1-3 m lang die zelf wortelen; steek zo diep mogelijk 40-60 cm in de grond liefst tot bodemvocht; en liefst vanaf half feb tot eind maart. Minder kans in nov/dec op aanslaan
Hoe oogst je een Wilg (Geoorde)
Takken wortelen in de grond of in water. Hoge kans op aanslaan.
Verzorgen en snoeien van je Wilg (Geoorde)
Snoeien wanneer de struik te groot wordt of om hem in vorm te houden. Knotten is mogelijk.
Snoeien
Het snoeien van een wilg is een cruciale stap om zijn groei te bevorderen en zijn vorm te behouden. Over het algemeen is de beste tijd om een wilg te snoeien tijdens de late winter tot het vroege voorjaar, wanneer de boom in zijn slapende toestand is. Dit is meestal tussen januari en maart, afhankelijk van de specifieke klimaatzone.
Een wilg snoeien tijdens deze periode minimaliseert het risico op ziekten en infecties, omdat de boom minder vatbaar is voor stressfactoren. Bovendien is het gemakkelijker om de takken te identificeren die moeten worden verwijderd, omdat het blad van de boom afwezig is. Als u merkt dat uw wilg overwoekerd raakt, tekenen van ziekte vertoont of gewoon een nieuwe vorm nodig heeft, is dit het ideale moment om actie te ondernemen.
Knotten
Het knotten van een wilg is een traditionele snoeimethode die wordt toegepast om de boom te verjongen en zijn levensduur te verlengen. Het beste moment om een wilg te knotten is in de late herfst of de vroege winter, meestal tussen november en december. Tijdens deze periode heeft de boom zijn blad laten vallen en bevindt hij zich in een rustperiode.
Een wilg knotten houdt in dat de takken tot aan de stam worden afgezaagd, waardoor een knoestige, karakteristieke vorm ontstaat. Dit proces stimuleert de groei van nieuwe scheuten en zorgt voor een dichtere, gezondere structuur. Het is belangrijk om te onthouden dat niet alle wilgen geschikt zijn om te worden geknot, dus het is raadzaam om advies in te winnen bij een professionele hovenier voordat u deze stap onderneemt.
Waar groeit een Wilg (Geoorde)
Geoorde wilg is de typische wilgensoort van arme, zure milieus: vooral natte, eerder uitzonderlijk ook droge, voedselarme tot matig voedselrijke zand- en veengronden. Waarnemingen op sterk afwijkende bodems, bijvoorbeeld in de Polders en de Duinen, zijn eerder verdacht. Ondanks nogal wat aanduidingen van geoorde wilg in de Duinen in het verleden blijkt de soort daar bij een kritische controle te ontbreken. De kruising met grauwe wilg wordt wel vaak in de Duinen aangetroffen en is ongetwijfeld de oorzaak van verwarring.
Algemeen
Origine |
Inheems
|
Boomtype | Loofboom |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 1 tot 4 Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 0 tot 80 Jaar |
Maximale leeftijd | 40 tot 100 Jaar |
Benodigde ruimte | tot m2 |
Groeisnelheid |
Vermeerdering
Voortplantingsmethode |
Te stekken (stek is tussen de 5 en 50cm)
Te knotten (sliet is circa 2m)
Maakt zaailingen
|
Verspreidingssnelheid/vermeerdering |
|
Boom is zelfbestuivend | Nee |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Nee |
Zomer | april tot juli |
Winter | november tot februari |
Bladvormen | Ovaal |
Gemakkelijk te snoeien | Ja |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Lenticellen | Ja |
Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand |
Verspreidstaand
|
Knop vorm |
Eivormig
|
Overige
Wortel | Informatie niet beschikbaar |
Bloei |
Heeft katjes
|
Windgevoeligheid | Niet gevoelig voor (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten |
Watermerkziekte (Wilg)
|
Oogst/herkenning in de winter
Struikvorm; katjes; niet hoger dan 3 meter; korte, dunne door elkaar groeiende takken; het kale hout heeft herkenbare omhooglopende smalle ribbels.
Geschikte grondsoorten voor de Wilg (Geoorde)
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Geschikte waterstand voor de Wilg (Geoorde)
Geschikte zuurtegraad voor de Wilg (Geoorde)
Voedingsbehoefte Wilg (Geoorde)
1. | Zeer voedselarme bodem |
2. | Zeer voedselarme tot voedselarme bodem |
3. | Voedselarme bodem |
4. | Voedselarme tot matig voedselrijke bodem |
5. | Matig voedselrijk bodem |
6. | Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem |
7. | Voedselrijke bodem |
8. | Uitgesproken voedselrijke bodem |
9. | Zeer uitgesproken voedselrijke bodem |
Vochtigheid
1. | Extreem droge bodems |
2. | Extreem droge tot droge bodems |
3. | Droge bodems |
4. | Droge tot droge/vochtige bodems |
5. | Droge/vochtige bodems |
6. | Droge/vochtige tot vochtige bodems |
7. | Vochtige bodems |
8. | Vochtige tot natte bodems |
9. | Natte bodems |
Lichtbehoefte van de Wilg (Geoorde)
Bij welke streek past deze boomsoort?
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
De Peel: VENHORST |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | 450 |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
Bijen
Vlinders
Hommels
|
Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Grote weerschijnvlinder
|
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
Welke vogel groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | april tot mei |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Geschikt voor zoogdieren?
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Bevers |
|
Dassen |
|
Eekhoorn |
|
Fret |
|
Geit |
|
Herbivore knaagdieren |
|
Hert |
|
Hond |
|
Kat |
|
Kip |
|
Koe |
|
Mens |
|
Muis |
|
Paard |
|
Ree |
|
Schaap |
|
Varken |
|
Vossen |
|
Zwijn |
|
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen? |
CO2
Fijnstof
|
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Ja |