Wilg (Bittere)

Hier vind je meer informatie over de Wilg (Bittere)

Algemeen

De Bittere wilg (Salix purpurea) is een plant uit de wilgenfamilie (Salicaceae). De soort komt van nature voor in grote delen van Europa en West-Azië. Het is een struik of boom die 2–6 m hoog wordt. De bladeren zijn 2-8 × 1–2 cm groot. In tegenstelling tot de meeste andere wilgensoorten zijn de bladen vaak tegenoverstaand in plaats van afwisselend geplaatst. De bladeren zijn vlak onder de top het breedst en aan de onderzijde blauwgroen.

De bloei van de wilg begint al vroeg in het voorjaar nog voordat het blad verschijnt, met stuifmeel en nectar producerende katjes die paarsachtig van kleur zijn. Voor de vroeg vliegende insecten een belangrijke voedselbron, want in die tijd bloeit er nog maar weinig. Deze insecten trekken op hun beurt weer vogels aan die op zoek zijn naar voedsel. De katjes van de meeste andere soorten zijn wit, geel of groen.

Het sap van de bast en bladeren is bitter, dit is voor sommige dieren een reden om het eten van de soort te vermijden. 

 

 

Kenmerken


Grondsoorten

0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
Grondsoort Geschiktheid
Lichte klei
Zware klei
Zand
Veen
Leem
Moerig op zand
Lichte zavel
Zware zavel

Watertrap

0 = niet ingevuld, I = laag, VIII = hoog
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII

Zuurtegraad

pH1 = laag, pH9 = hoog
0.0
0.5
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Voedselrijkdom

1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Vochtigheid

1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Lichtbehoefte

  • Zon
  • Half-schaduw
  • Toelichting

    Grondsoorten
    Een overzicht van grondsoorten met een aanduiding over hoe geschikt deze is voor deze soort.

    Lichtbehoefte
    Lichtbehoefte van de soort.

    Watertrap
    Watertrap voor de soort van laag (I) t/m hoog (VIII).

    Zuurtegraad
    pH-waarde range waarbinnen de soort gedijt.

    Voedselrijkdom
    Benodigde voedselrijkdom bodem.

    1. Zeer voedselarme bodem
    2. Zeer voedselarme tot voedselarme bodem
    3. Voedselarme bodem
    4. Voedselarme tot matig voedselrijke bodem
    5. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    6. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    7. Voedselrijke bodem
    8. Uitgesproken voedselrijke bodem
    9. Zeer uitgesproken voedselrijke bodem

    Bij welke streek past deze boomsoort?

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Streek Geschiktheid
    Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL
    Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE
    Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM
    Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN
    Reestdal: OUD-AVEREERST
    Vechtdal: OMMEN
    IJsseldal: DEVENTER
    Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL
    Twente: DENEKAMP
    Achterhoek: WINTERSWIJK
    Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO
    Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL
    Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG
    Limburgse Maasstreek: TEGELEN
    Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN
    De Peel: VENHORST
    Limburgs heuvelland: VALKENBURG
    Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE
    Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN
    Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD
    Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO
    IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN
    Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP
    West-Friesland: SPANBROEK
    Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR
    Kop van Overijssel

    Toe te passen in landschappen

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Landschap Geschiktheid
    Voedselbos
    Haag
    Heg
    Bos
    Voederhaag
    Achtertuin
    Kleine achtertuin
    Solitair
    Houtwal

    Cultuurhistorische waarde

    0 = niet ingevuld, 1 = laag, 9 = hoog

    Geschikt voor zoogdieren?

    giftig, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Zoogdier Geschiktheid
    Bevers
    Dassen
    Eekhoorn
    Fret
    Geit
    Herbivore knaagdieren
    Hert
    Hond
    Kat
    Kip
    Koe
    Mens
    Muis
    Paard
    Ree
    Schaap
    Varken
    Vossen
    Zwijn

    Toelichting

    Eetbaarheid

    • Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
    1. Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
    2. Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
    3. Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
    4. Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
    5. Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.

    Algemeen

    Origine
    Inheems
    Boomtype Loofboom

    Lengte en leeftijd

    Lengte in ca. 10 jaar 1 tot 3 Meter
    Voortplantingsrijp in hoeveel jaar 10 tot 20 Jaar
    Maximale leeftijd 40 tot 100 Jaar
    Benodigde ruimte tot m2
    Groeisnelheid

    Vermeerdering

    Voortplantingsmethode
    Te stekken (stek is tussen de 5 en 50cm)
    Te knotten (sliet is circa 2m)
    Maakt zaailingen
    Verspreidingssnelheid/vermeerdering
    Boom is zelfbestuivend Nee

    Snoeiperiode

    Deze boom is bladhoudend Nee
    Zomer juni tot juli
    Winter november tot februari
    Bladvormen Lancetvormig
    Gemakkelijk te snoeien Nee

    Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)

    Lenticellen Ja
    Kleur

    Kenmerken Knop (50-200cm)

    Kleur
    Knop stand
    Tegenoverstaand
    Knop vorm
    Rond

    Overige

    Wortel Informatie niet beschikbaar
    Bloei
    Heeft katjes
    Windgevoeligheid Niet gevoelig voor (zee)wind

    Ziektes

    Is gevoelig voor de volgende ziekten
    Watermerkziekte (Wilg)

    Insecten

    Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? 450
    Welke insecten groepen leven op deze boom/plant?
    Bijen
    Zweefvliegen
    Kevers
    Wespen
    Hommels
    Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant?
    Bittere wilggalwesp

    Vogels

    Gemiddeld aantal vogels per boom/plant?
    Welke vogel groepen leven op deze boom/plant?
    Tjiftjaffen
    Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Zoogdieren

    Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant?
    Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant?
    Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Bloeiperiode

    Zomer april tot mei

    Boomsoorten

    Boomsoorten waarbij deze boom graag staat

    Stam hoogte

    Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom

    van - tot, in hele meters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Stam diameter

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.

    van - tot, in hele centimeters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa bovengronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa ondergronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Stoffenbinder

    Informatie niet beschikbaar

    Koolstofattractie (kf)

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom Loofbomen (Kf = 0,48)

    Opwarming

    Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. Ja

    Plant instructie

    Slieten 30-40 cm diep in de grond steken. Een andere optie is om de slieten eerst in water te laten wortelen en daarna te planten.

    Oogst instructie

    Slieten van bestaande struiken snoei en/of zagen. Liefst met schuine kant.

    Onderhouds instructie

    De boom/struik blijft relatief klein en kan daarom over het algemeen met rust gelaten worden. De wilg kan elk jaar helemaal teruggesnoeid worden om hem klein te houden.

    Oogst/herkenning in de winter

    Paarsachtige katjes in vroege voorjaar, paars/rode knoppen in winter, roodbruine twijgen.

    Biotoop

    Bittere wilgen groeien het best op zonnige plaatsen op vochtige tot vrij natte, matig voedselrijke, kalkrijke, vaak humusarme grond (zand, leem, stenige grond en klei).

    En komt het meest voor in bossen (grienden en moerasbossen), bosranden, waterkanten (rivieroevers, o.a. in grindbedden langs de Maas), natte ruigten, afgravingen (zand- en kleigroeven), uiterwaarden en zeeduinen (natte duinvalleien).

    Bittere wilg is een kalkminnende soort. De meest natuurlijke standplaats is te vinden op de grindbedden van de Maas. Langs andere rivieren is het vaak onduidelijk of de soort er van nature voorkomt. Mogelijk is Bittere wilg op een aantal plaatsen aangevoerd met kalksteenblokken, verwerkt in de oeverbeschoeiing. Op een aantal plaatsen langs de Schelde zijn bittere wilgen aangetroffen langs gedeelten zonder oeverbeschoeiing (Oude Schelde, Bornem) of op plaatsen waar de soort al sinds meer dan 100 jaar bekend is (Heusden). Hier en daar groeit Bittere wilg in moerasbosjes waar moeraskalk aanwezig is. Ook dat zijn mogelijk natuurlijke vindplaatsen. Veruit de meeste Bittere wilgen zijn echter relicten van voormalige griendcultuur.


    Blad
    Bloeiwijze
    Bloeiwijze
    Volwassen boom