Algemeen
De Bittere wilg (Salix purpurea) is een plant uit de wilgenfamilie (Salicaceae). De soort komt van nature voor in grote delen van Europa en West-Azië. Het is een struik of boom die 2–6 m hoog wordt. De bladeren zijn 2-8 × 1–2 cm groot. In tegenstelling tot de meeste andere wilgensoorten zijn de bladen vaak tegenoverstaand in plaats van afwisselend geplaatst. De bladeren zijn vlak onder de top het breedst en aan de onderzijde blauwgroen.
De bloei van de wilg begint al vroeg in het voorjaar nog voordat het blad verschijnt, met stuifmeel en nectar producerende katjes die paarsachtig van kleur zijn. Voor de vroeg vliegende insecten een belangrijke voedselbron, want in die tijd bloeit er nog maar weinig. Deze insecten trekken op hun beurt weer vogels aan die op zoek zijn naar voedsel. De katjes van de meeste andere soorten zijn wit, geel of groen.
Het sap van de bast en bladeren is bitter, dit is voor sommige dieren een reden om het eten van de soort te vermijden.
Kenmerken
Grondsoorten
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Watertrap
Zuurtegraad
Voedselrijkdom
Vochtigheid
Lichtbehoefte
Toelichting
Grondsoorten
Een overzicht van grondsoorten met een aanduiding over hoe geschikt deze is voor deze soort.
Lichtbehoefte
Lichtbehoefte van de soort.
Watertrap
Watertrap voor de soort van laag (I) t/m hoog (VIII).
Zuurtegraad
pH-waarde range waarbinnen de soort gedijt.
Voedselrijkdom
Benodigde voedselrijkdom bodem.
- Zeer voedselarme bodem
- Zeer voedselarme tot voedselarme bodem
- Voedselarme bodem
- Voedselarme tot matig voedselrijke bodem
- Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
- Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
- Voedselrijke bodem
- Uitgesproken voedselrijke bodem
- Zeer uitgesproken voedselrijke bodem
Bij welke streek past deze boomsoort?
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Geschikt voor zoogdieren?
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Bevers | |
Dassen | |
Eekhoorn | |
Fret | |
Geit | |
Herbivore knaagdieren | |
Hert | |
Hond | |
Kat | |
Kip | |
Koe | |
Mens | |
Muis | |
Paard | |
Ree | |
Schaap | |
Varken | |
Vossen | |
Zwijn |
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Algemeen
Origine |
Inheems
|
Boomtype | Loofboom |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 1 tot 3 Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 10 tot 20 Jaar |
Maximale leeftijd | 40 tot 100 Jaar |
Benodigde ruimte | tot m2 |
Groeisnelheid |
Vermeerdering
Voortplantingsmethode |
Te stekken (stek is tussen de 5 en 50cm)
Te knotten (sliet is circa 2m)
Maakt zaailingen
|
Verspreidingssnelheid/vermeerdering |
|
Boom is zelfbestuivend | Nee |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Nee |
Zomer | juni tot juli |
Winter | november tot februari |
Bladvormen | Lancetvormig |
Gemakkelijk te snoeien | Nee |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Lenticellen | Ja |
Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand |
Tegenoverstaand
|
Knop vorm |
Rond
|
Overige
Wortel | Informatie niet beschikbaar |
Bloei |
Heeft katjes
|
Windgevoeligheid | Niet gevoelig voor (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten |
Watermerkziekte (Wilg)
|
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | 450 |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
Bijen
Zweefvliegen
Kevers
Wespen
Hommels
|
Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bittere wilggalwesp
|
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
Welke vogel groepen leven op deze boom/plant? |
Tjiftjaffen
|
Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | april tot mei |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Informatie niet beschikbaar
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Ja |
Plant instructie
Slieten 30-40 cm diep in de grond steken. Een andere optie is om de slieten eerst in water te laten wortelen en daarna te planten.
Oogst instructie
Slieten van bestaande struiken snoei en/of zagen. Liefst met schuine kant.
Onderhouds instructie
De boom/struik blijft relatief klein en kan daarom over het algemeen met rust gelaten worden. De wilg kan elk jaar helemaal teruggesnoeid worden om hem klein te houden.
Oogst/herkenning in de winter
Paarsachtige katjes in vroege voorjaar, paars/rode knoppen in winter, roodbruine twijgen.
Biotoop
Bittere wilgen groeien het best op zonnige plaatsen op vochtige tot vrij natte, matig voedselrijke, kalkrijke, vaak humusarme grond (zand, leem, stenige grond en klei).
En komt het meest voor in bossen (grienden en moerasbossen), bosranden, waterkanten (rivieroevers, o.a. in grindbedden langs de Maas), natte ruigten, afgravingen (zand- en kleigroeven), uiterwaarden en zeeduinen (natte duinvalleien).
Bittere wilg is een kalkminnende soort. De meest natuurlijke standplaats is te vinden op de grindbedden van de Maas. Langs andere rivieren is het vaak onduidelijk of de soort er van nature voorkomt. Mogelijk is Bittere wilg op een aantal plaatsen aangevoerd met kalksteenblokken, verwerkt in de oeverbeschoeiing. Op een aantal plaatsen langs de Schelde zijn bittere wilgen aangetroffen langs gedeelten zonder oeverbeschoeiing (Oude Schelde, Bornem) of op plaatsen waar de soort al sinds meer dan 100 jaar bekend is (Heusden). Hier en daar groeit Bittere wilg in moerasbosjes waar moeraskalk aanwezig is. Ook dat zijn mogelijk natuurlijke vindplaatsen. Veruit de meeste Bittere wilgen zijn echter relicten van voormalige griendcultuur.