Vlier (Gewone/Zwarte)
Algemene kenmerken van een Vlier (Gewone/Zwarte)
De gewone vlier is een zeer winterharde, halfhoutige heester met samengestelde, gezaagde, donkergroene bladeren, die bij kneuzing sterk geuren. De talrijke jonge scheuten zijn aanvankelijk groen en met wratten bedekt. Bij het ouder worden verhouten ze, krijgen een grijsbruine kleur en vertonen grove lengteribbels. De takken zijn gevuld met een sponsachtig wit merg dat gemakkelijk kan verwijderd worden. Eind mei, begin juni verschijnen massaal de tweeslachtige bloemen in vlakke, schermvormige pluimen van 10 tot wel 25 cm op de eenjarige twijgen. Wat later verschijnen de aanvankelijk groene bessen, die bij het rijpen eerst rood en nadien glanzend zwart kleuren. Deze bessen zijn een lekkernij voor vogels, die de langlevende zaden (+5 jaar) massaal verspreiden.
Van de bloemen kan thee worden gezet. Het afkooksel met suiker kan worden ingedikt tot siroop. Vlierbessen kunnen gegeten worden als ze goed rijp zijn, maar worden vaker gebruikt als basis voor een siroop, jam, wijn en jenever. Door de zwarte vlierbessen te koken worden de schadelijke stoffen vernietigd (www.infoNu.nl).
Voor vlierbes wordt gewaarschuwd dat je geen onrijpe vruchten mag eten omdat er cyanide in kan zitten. Van cyanide moet je erg veel eten om iets van het gif te merken. Koken van rijpe vlierbesjes zorgt ervoor dat zij geen cyanide meer bevatten.
De gewone vlier is voor veel dieren giftig vanwege cyaanverbindingen in het blad. Hij wordt wel door het Edelhert gegeten, dat geen moeite heeft de plantendelen te verteren.
Kenmerken
Hoe plant je een Vlier (Gewone/Zwarte)
Wordt meestal geleverd als stokken van ca 60 cm lang met 3 of meer 'knopen'. Steek minstens 20 cm diep zodat 1 of 2 knopen onder grond komen. Die gaan wortelen ipv blad en takken maken; let op de vlier is na 3 jaar al een volwassen struik en vaak de grootste van alle aanplant.
Verzorgen en snoeien van je Vlier (Gewone/Zwarte)
Zoals ook uit voorgaande blijkt, is de vlier uiterst bescheiden en vraagt hij weinig extra zorg. Wie graag veel en grote bessen heeft, kan best een goed ras aanplanten en een jaarlijkse onderhoudssnoei voorzien. Deze onderhoudssnoei gebeurt het best in de rustperiode (november tot maart) en bestaat erin het dode hout weg te snoeien samen met ongeveer een kwart van de oude takken, hierdoor ontstaan veel jonge scheuten, waarvan men er ieder jaar een 10-tal behoud als vruchthout. Oude, verwaarloosde struiken kan men gemakkelijk verjongen door ze radicaal terug te zetten tot 30 Ã 50 cm boven de grond en van de vele scheuten die hieruit zullen ontstaan er een 10-tal over te houden die men van dan af regelmatig verjongt. Wil men de vlier opkweken tot een boomvorm (snoei alle scheuten weg behalve 1 sterke, rechte scheut die pas getopt wordt als men de gewenste stamhoogte heeft bereikt) dan is een steunpaal voor deze oppervlakkige wortelaar echt wel nodig.
Waar groeit een Vlier (Gewone/Zwarte)
In de natuur groeit de vlier op zonnige tot halfbeschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke tot zeer voedselrijke, vaak kalkhoudende en omgewerkte grond. Men treft hem vaak aan in heggen en struwelen, in lichte loofbossen, in populierenaanplanten, op braakliggende gronden en langs waterkanten. Kortom, de vlier stelt bijzonder weinig eisen aan zijn groeiplaats, maar brengt wel meer bessen voort op vruchtbare, stikstofrijke bodems en de bessen rijpen gelijkmatiger af op een zonnige groeiplaats, wat de oogst en de verwerking een stuk makkelijker maakt.
Algemeen
Origine |
Inheems
|
Boomtype | Struik |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 3 tot 5 Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 4 tot 5 Jaar |
Maximale leeftijd | 30 tot 50 Jaar |
Benodigde ruimte | 9 tot 25m2 |
Groeisnelheid |
Vermeerdering
Voortplantingsmethode |
Te stekken (stek is tussen de 5 en 50cm)
Maakt zaailingen
|
Verspreidingssnelheid/vermeerdering |
|
Boom is zelfbestuivend | Ja |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Ja |
Zomer | Niet snoeien in de zomer |
Winter | november tot maart |
Bladvormen | Lancetvormig |
Gemakkelijk te snoeien | Nee |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Lenticellen | Ja |
Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand |
Tegenoverstaand
|
Knop vorm |
Eivormig
|
Overige
Wortel | Informatie niet beschikbaar |
Bloei |
Heeft bloemen
Heeft vruchten
|
Windgevoeligheid | Matig gevoelig voor (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten | Informatie niet beschikbaar |
Oogst/herkenning in de winter
In de winter kun je de vlier herkennen aan de ruwe, grillige schors van de takken met opvallende pukkels. Dit zijn kurkachtige openingen waardoor lucht de plant in- en uitgaat. Het binnenste van de takken is zacht en laat zich er gemakkelijk uitdrukken. De Engelsen noemen de vlier daarom ook de 'pipe-tree'.
Geschikte grondsoorten voor de Vlier (Gewone/Zwarte)
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Geschikte waterstand voor de Vlier (Gewone/Zwarte)
Geschikte zuurtegraad voor de Vlier (Gewone/Zwarte)
Voedingsbehoefte Vlier (Gewone/Zwarte)
1. | Zeer voedselarme bodem |
2. | Zeer voedselarme tot voedselarme bodem |
3. | Voedselarme bodem |
4. | Voedselarme tot matig voedselrijke bodem |
5. | Matig voedselrijk bodem |
6. | Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem |
7. | Voedselrijke bodem |
8. | Uitgesproken voedselrijke bodem |
9. | Zeer uitgesproken voedselrijke bodem |
Vochtigheid
1. | Extreem droge bodems |
2. | Extreem droge tot droge bodems |
3. | Droge bodems |
4. | Droge tot droge/vochtige bodems |
5. | Droge/vochtige bodems |
6. | Droge/vochtige tot vochtige bodems |
7. | Vochtige bodems |
8. | Vochtige tot natte bodems |
9. | Natte bodems |
Lichtbehoefte van de Vlier (Gewone/Zwarte)
Bij welke streek past deze boomsoort?
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
Vlinders
Zweefvliegen
Kevers
|
Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Schemerbladroller
Gewone coronamot
Grijze kruidenmot
|
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
Welke vogel groepen leven op deze boom/plant? |
Merels
Spreeuwen
|
Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | mei tot juli |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Geschikt voor zoogdieren?
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Paard |
|
Mens |
|
Ree |
|
Schaap |
|
Varken |
|
Zwijn |
|
Hert |
|
Hond |
|
Kat |
|
Kip |
|
Koe |
|
Muis |
|
Vossen |
|
Herbivore knaagdieren |
|
Geit |
|
Fret |
|
Eekhoorn |
|
Dassen |
|
Bevers |
|
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen? |
CO2
Fijnstof
|
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Nee |