Sleedoorn

Hier vind je meer informatie over de Sleedoorn

Algemeen

De eerste aan het eind van de winter wit bloeiende struik in onze natuur is de Sleedoorn, Prunus spinosa. Je ziet de struik dan die tijdens de bloei met een opvallend witte bloemenpracht in struwelen, heggen, hagen en de rand van bossen staat. De oudere zijtakken lopen uit in een stekende doorn. Na de bloei komen de bladeren aan de struik en vanaf de zomer tot na de winter zie je de blauwe berijpte pruimpjes aan de struiken zitten. Deze zijn pas eetbaar nadat de vorst goed over de pruimen is heen gegaan. 

De nectar en stuifmeel van de Sleedoorn zijn aantrekkelijk voor vroeg vliegende hommels, bijen, graafbijen, vliegen en vlinders. Deze zorgen voor de bestuiving.

Sleedoorn is waarschijnlijk een van de stamouders van de pruim. Het is een echte pionier die zich vanuit de struweelrand door zijn uitlopers gemakkelijk in aangrenzend grasland kan uitbreiden, als de beweidingsdruk vermindert. Hij is ook goed aangepast aan sterke erosie op (krijt- en dijk-) hellingen en een indicatorsoort voor leem in de bodem.

Kies voor sleedoorns als u de ruimte heeft en een mooie landelijke, of zelfs wilde uitstraling waardeert. Hetzelfde geldt als u een praktische haag wilt waar altijd wat te zien, waar u van alles mee kunt, zonder er teveel omkijken naar te hebben. Combineer sleedoorns met andere haagplanten zoals de haagbeuk, de gele kornoelje of het krentenboompje om allerlei lekkernijen met vruchten uit de eigen tuin te kunnen maken.


Grondsoorten

0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
Grondsoort Geschiktheid
Lichte klei
Zware klei
Zand
Veen
Leem
Moerig op zand
Lichte zavel
Zware zavel

Watertrap

0 = niet ingevuld, I = laag, VIII = hoog
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII

Zuurtegraad

pH1 = laag, pH9 = hoog
0.0
0.5
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Voedselrijkdom

1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Vochtigheid

1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Lichtbehoefte

  • Zon
  • Half-schaduw
  • Toelichting

    Grondsoorten
    Een overzicht van grondsoorten met een aanduiding over hoe geschikt deze is voor deze soort.

    Lichtbehoefte
    Lichtbehoefte van de soort.

    Watertrap
    Watertrap voor de soort van laag (I) t/m hoog (VIII).

    Zuurtegraad
    pH-waarde range waarbinnen de soort gedijt.

    Voedselrijkdom
    Benodigde voedselrijkdom bodem.

    1. Zeer voedselarme bodem
    2. Zeer voedselarme tot voedselarme bodem
    3. Voedselarme bodem
    4. Voedselarme tot matig voedselrijke bodem
    5. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    6. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    7. Voedselrijke bodem
    8. Uitgesproken voedselrijke bodem
    9. Zeer uitgesproken voedselrijke bodem


    Bij welke streek past deze boomsoort?

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Streek Geschiktheid
    Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL
    Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE
    Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM
    Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN
    Reestdal: OUD-AVEREERST
    Vechtdal: OMMEN
    IJsseldal: DEVENTER
    Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL
    Twente: DENEKAMP
    Achterhoek: WINTERSWIJK
    Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO
    Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL
    Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG
    Limburgse Maasstreek: TEGELEN
    Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN
    De Peel: VENHORST
    Limburgs heuvelland: VALKENBURG
    Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE
    Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN
    Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD
    Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO
    IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN
    Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP
    West-Friesland: SPANBROEK
    Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR
    Kop van Overijssel

    Toe te passen in landschappen

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Landschap Geschiktheid
    Voedselbos
    Haag
    Heg
    Bos
    Voederhaag
    Achtertuin
    Kleine achtertuin
    Solitair
    Houtwal

    Cultuurhistorische waarde

    0 = niet ingevuld, 1 = laag, 9 = hoog

    Geschikt voor zoogdieren?

    giftig, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Zoogdier Geschiktheid
    Bevers
    Dassen
    Eekhoorn
    Fret
    Geit
    Herbivore knaagdieren
    Hert
    Hond
    Kat
    Kip
    Koe
    Mens
    Muis
    Paard
    Ree
    Schaap
    Varken
    Vossen
    Zwijn

    Toelichting

    Eetbaarheid

    • Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
    1. Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
    2. Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
    3. Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
    4. Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
    5. Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.


    Algemeen

    Origine
    Inheems
    Boomtype Struik

    Lengte en leeftijd

    Lengte in ca. 10 jaar 2 tot 3 Meter
    Voortplantingsrijp in hoeveel jaar tot Jaar
    Maximale leeftijd tot Jaar
    Benodigde ruimte tot m2
    Groeisnelheid

    Vermeerdering

    Voortplantingsmethode
    Verspreidingssnelheid/vermeerdering
    Boom is zelfbestuivend Nee

    Snoeiperiode

    Deze boom is bladhoudend Nee
    Zomer juni tot juni
    Winter januari tot maart
    Bladvormen Elliptisch
    Gemakkelijk te snoeien Nee

    Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)

    Lenticellen Ja
    Kleur

    Kenmerken Knop (50-200cm)

    Kleur
    Knop stand Informatie niet beschikbaar
    Knop vorm
    Rond

    Overige

    Wortel Informatie niet beschikbaar
    Bloei
    Heeft bloemen
    Heeft vruchten
    Windgevoeligheid Matig gevoelig voor (zee)wind

    Ziektes

    Is gevoelig voor de volgende ziekten
    Niet bijzonder gevoelig voor specifieke ziekte

    Insecten

    Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? 153
    Welke insecten groepen leven op deze boom/plant?
    Bijen
    Vlinders
    Zweefvliegen
    Hommels
    Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant?
    Sikkelsprinkhaan
    Sleedoornpage
    Koningspage
    Pruimenpage

    Vogels

    Gemiddeld aantal vogels per boom/plant?
    Welke vogel groepen leven op deze boom/plant?
    Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Zoogdieren

    Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant?
    Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant?
    Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Bloeiperiode

    Zomer maart tot mei

    Boomsoorten

    Boomsoorten waarbij deze boom graag staat

    Stam hoogte

    Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom

    van - tot, in hele meters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Stam diameter

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.

    van - tot, in hele centimeters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa bovengronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa ondergronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Stoffenbinder

    Informatie niet beschikbaar

    Koolstofattractie (kf)

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom Loofbomen (Kf = 0,48)

    Opwarming

    Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. Nee

    Plant instructie

    Wortels minstens 10 cm onder de grond. 

    Oogst instructie

    Zaait; maar vaker wortelopschot; wel erg diep steken.

    Onderhouds instructie

    De plant hoeft niet perse gesnoeid te worden. Mocht je wel willen snoeien dan is eenmaal per jaar na de bloei in de lente voldoende of in de winter tijdens de rustperiode van de plant januari, februari of maart.  Daarbij hoeft u niet al te voorzichtig te zijn, de sleedoorn kan het hebben als u wat grover bent. Verwijder dode en zieke takken om de gezondheid en bloei van de struik te bevorderen.

    Als jonge plant heeft de sleedoorn veel water nodig. Bij droogte is het goed om een sleedoorn ‘s avonds extra water te geven. Kijk uit of de bladeren slap hangen, dan is er meer water nodig. Na twee of drie jaar horen de wortels diep genoeg te zijn dat dit niet meer nodig is.

    Oogst/herkenning in de winter

    De Sleedoorn heeft takdoorns en prunusachtige zwarte bast met lenticellen in horizontale lijnen. Hij is zeer diep wortelend waardoor het moeilijk is om fijne wortels te oogsten. 

    In winter herkenbaar aan ronde licht groene knoppen verspreid staand.  

    Biotoop

    Je vindt Sleedoorn in heggen, struwelen, bosranden en op lichte plekken in loofbossen, zoals kapvlakten. Bij voorkeur in de volle zon. De bodem moet vochtig en voedselrijk zijn en bij voorkeur kalkhoudend zijn. Met name in Zuid-Limburg tref je de Sleedoorn veel aan, maar ook een gebied als de Ooijpolder bij Nijmegen kleurt aan het eind van de winter en in het vroege voorjaar wit door de bloeiende Sleedoorn. Het is een van de eerste soorten die bezocht wordt door talrijke insecten.

    Het best gedijt de soort op wat beschutte maar lichtrijke standplaatsen. Meestal staat ze op een droge of matig vochtige, lemige of kleiige bodem. Daarnaast vindt men ze soms op leem- of kleihoudend zand. Sleedoorn is een soort van zwak zure tot basische bodems. Het is een echte pionierssoort, die via uitlopers aanpalende, extensief gebruikte grazige terreinen kan koloniseren, wat tot struweelvorming kan leiden. Door haar vermogen om uit te stoelen is het een geschikte soort om gronden vast te leggen en erosie tegen te gaan. Vermoedelijk werd ze om die reden aangeplant in bermen en op dijken en hellingen.


     


    Knop
    Knop
    Blad
    Bloeiwijze
    Volwassen boom