Sleedoorn

Wil jij een Sleedoorn planten? Dan vind je hier alle informatie die je nodig hebt over Sleedoorn en ook hoe je de Sleedoorn het beste kunt planten, snoeien en verzorgen.

Algemene kenmerken van een Sleedoorn

De eerste aan het eind van de winter wit bloeiende struik in onze natuur is de Sleedoorn, Prunus spinosa. Je ziet de struik die tijdens de bloei met een opvallend witte bloemenpracht in struwelen, heggen, hagen en de rand van bossen staat. De oudere zijtakken lopen uit in een stekende doorn. Na de bloei komen de bladeren aan de struik en vanaf de zomer tot na de winter zie je de blauwe berijpte pruimpjes aan de struiken zitten. Deze zijn pas eetbaar nadat de vorst goed over de pruimen is heen gegaan. 

De nectar en stuifmeel van de Sleedoorn zijn aantrekkelijk voor vroeg vliegende hommels, bijen, graafbijen, vliegen en vlinders. Deze zorgen voor de bestuiving.

Sleedoorn is waarschijnlijk een van de stamouders van de pruim. Het is een echte pionier die zich vanuit de struweelrand door zijn uitlopers gemakkelijk in aangrenzend grasland kan uitbreiden, als de beweidingsdruk vermindert. Hij is ook goed aangepast aan sterke erosie op (krijt- en dijk-) hellingen en een indicatorsoort voor leem in de bodem.

Kies voor sleedoorns als je de ruimte hebt en een mooie landelijke, of zelfs wilde uitstraling waardeert. Hetzelfde geldt als je een praktische haag wilt waar altijd wat te zien is , waar je van alles mee kunt, zonder er teveel omkijken naar te hebben. Combineer sleedoorns met andere haagplanten zoals de Haagbeuk, de Gele kornoelje of het Amerikaans krentenboompje om allerlei lekkernijen met vruchten uit de eigen tuin te kunnen maken.


Hoe plant je een Sleedoorn

Graaf het plantgat een derde dieper en breder dan de wortels. Zorg ervoor dat het plantgat zo diep is dat de penwortel niet naar de zijkant gelegd hoeft te worden. Zet de zaailing erin en houd hem daarbij iets hoger dan de uiteindelijke plantdiepte, in plaats van helemaal op de bodem van je kuil.  Zorg dat de wortels minstens 10 cm onder de grond zitten. Uiteindelijk moet de wortelhals op de grens komen tussen grond en lucht. Bij sommige bomen zie je op de wortelhals ook wat ribbeltjes, wat het makkelijker maakt. Als je de boom erin zet, houd deze dan stabiel. De wortels mogen tijdens het planten niet omhoog wijzen en geen draai maken, anders wordt de boom instabiel of kan hij zichzelf wurgen. Zorg ook dat je de wortels zoveel mogelijk spreidt. De wortels krijgen zo voldoende doorwortelbare ruimte. 

Vul het gat met vochtige losse grond. Zorg ervoor dat de aarde die de haarwortels (de wortels die dunner dan 1 millimeter zijn) raakt goed verkruimeld is. Schud de boom iets op en neer, zodat de grond tussen de haarwortels komt. 

Plaats circa 10 centimeter grond boven de haarwortels en druk het licht aan met de voet, zodat de wortels goed contact kunnen maken met het bodemvocht.

Kijk voor een uitgebreide plant instructie in de plant handleiding op onze website. 

Hoe oogst je een Sleedoorn

De Sleedoorn heeft een penwortel. Om de zaailing te oogsten, steek je de spade vlak bij de stam recht naar beneden. Maak voorzichtig een cirkel rond de plant door de spade meerdere keren in de grond te steken, zodat je de penwortel niet beschadigt. Hef daarna de zaailing met een zachte hefboombeweging uit de grond. Zorg ervoor dat je de penwortel zo volledig mogelijk uitgraaft.

 

Verzorgen en snoeien van je Sleedoorn

De plant hoeft niet perse gesnoeid te worden. Mocht je wel willen snoeien dan is eenmaal per jaar na de bloei in de lente voldoende of in de winter tijdens de rustperiode van de plant januari, februari of maart.  Daarbij hoef je niet al te voorzichtig te zijn, de Sleedoorn kan het hebben als je wat grover bent. Verwijder dode en zieke takken om de gezondheid en bloei van de struik te bevorderen.

Als jonge plant heeft de sleedoorn veel water nodig. Bij droogte is het goed om een Sleedoorn ‘s avonds extra water te geven. Kijk uit of de bladeren slap hangen, dan is er meer water nodig. Na twee of drie jaar horen de wortels diep genoeg te zijn dat dit niet meer nodig is.

Waar groeit een Sleedoorn

Je vindt Sleedoorn in heggen, struwelen, bosranden en op lichte plekken in loofbossen, zoals kapvlakten. Bij voorkeur in de volle zon. De bodem moet vochtig en voedselrijk zijn en bij voorkeur kalkhoudend zijn. Met name in Zuid-Limburg tref je de Sleedoorn veel aan, maar ook een gebied als de Ooijpolder bij Nijmegen kleurt aan het eind van de winter en in het vroege voorjaar wit door de bloeiende Sleedoorn. Het is een van de eerste soorten die bezocht wordt door talrijke insecten.

Het best gedijt de soort op wat beschutte maar lichtrijke standplaatsen. Meestal staat ze op een droge of matig vochtige, lemige of kleiige bodem. Daarnaast vindt men ze soms op leem- of kleihoudend zand. Sleedoorn is een soort van zwak zure tot basische bodems. Het is een echte pionierssoort, die via uitlopers aanpalende, extensief gebruikte grazige terreinen kan koloniseren, wat tot struweelvorming kan leiden. Door haar vermogen om uit te stoelen is het een geschikte soort om gronden vast te leggen en erosie tegen te gaan. Vermoedelijk werd ze om die reden aangeplant in bermen en op dijken en hellingen.


 


Algemeen

Origine
Inheems
Boomtype Struik

Lengte en leeftijd

Lengte in ca. 10 jaar 2 tot 3 Meter
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar 2 tot 3 Jaar
Maximale leeftijd 40 tot 50 Jaar
Benodigde ruimte als solitair 4 tot 9m2
Groeisnelheid

Vermeerdering

Boom is zelfbestuivend Nee
Voortplantingsmethode
Maakt afleggers
Maakt zaailingen
Voortplantingssnelheid

Voortplantingssnelheid

1. Zeer lage voortplantingssnelheid. Plant verspreidt zich bijna niet, heeft weinig zaden of vegetatieve verspreiding (bijv. bomen met zware zaden).
2. Lage voortplantingssnelheid. Verspreiding via beperkte zadenproductiel of specifieke omstandigheden vereist
3. Gemiddelde voortplantingssnelheid. Regelmatige verspreiding, afhankelijk van ! wind, water of dieren, met gematigde snelheid (bijv. Paardenbloem).
4. Hoge voortplantingssnelheid. Veel zaden en meerdere verspreidingsstrategieen (wind, vogels, vegetatief). Koloniseert snel open plekken
5. Zeer hoge voortplantingssnelheid. Invasieve soorten die zich explosief verspreiden over grote afstanden (bijv. Japanse duizendknoop).

Snoeiperiode

Deze boom is bladhoudend Nee
Zomer juni tot juni
Winter januari tot maart
Bladvormen Elliptisch
Gemakkelijk te snoeien Ja

Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)

Lenticellen Ja
Kleur

Kenmerken Knop (50-200cm)

Kleur
Knop stand
Verspreidstaand
Knop vorm
Rond

Overige

Wortel
Diep wortelend
Bloei
Heeft bloemen
Heeft vruchten
Windgevoeligheid Matig gevoelig voor (zee)wind

Ziektes

Is gevoelig voor de volgende ziekten
Niet bijzonder gevoelig voor specifieke ziekte

Oogst/herkenning in de winter

De Sleedoorn heeft takdoorns en prunusachtige zwarte bast met lenticellen in horizontale lijnen. Hij is zeer diep wortelend waardoor het moeilijk is om fijne wortels te oogsten. 

In winter herkenbaar aan ronde licht groene ronde knoppen verspreid staand.  

Lichtbehoefte van de Sleedoorn

De Sleedoorn gedijt het beste onder deze lichtomstandigheden.
  • Zon
  • Half-schaduw

  • Geschikte grondsoorten voor de Sleedoorn

    In dit overzicht kun je terugvinden in welke soorten grond de Sleedoorn het beste groeit.
    Grondsoort Geschiktheid
    Lichte klei
    Zware klei
    Zand
    Veen
    Leem
    Moerig op zand
    Lichte zavel
    Zware zavel

    Geschikte waterstand voor de Sleedoorn

    Een (grond)watertrap geeft aan hoe diep het grondwater doorgaans onder het maaiveld staat. Hoe hoger het Romeinse cijfer, hoe dieper het grondwater staat.
    I
    II
    III
    IV
    V
    VI
    VII
    VIII

    Geschikte zuurtegraad voor de Sleedoorn

    Elke grondsoort heeft een bepaalde zuurtegraad, gemeten in pH-waarden. De Sleedoorn kun je planten in een bodem die valt in dit bereik:
    0.0
    0.5
    1.0
    1.5
    2.0
    2.5
    3.0
    3.5
    4.0
    4.5
    5.0
    5.5
    6.0
    6.5
    7.0
    7.5
    8.0
    8.5
    9.0

    Voedingsbehoefte Sleedoorn

    Sommige bodemsoorten bieden meer voedselrijkdom dan andere.
    1.0
    1.5
    2.0
    2.5
    3.0
    3.5
    4.0
    4.5
    5.0
    5.5
    6.0
    6.5
    7.0
    7.5
    8.0
    8.5
    9.0
    1. Zeer voedselarme bodem
    2. Zeer voedselarme tot voedselarme bodem
    3. Voedselarme bodem
    4. Voedselarme tot matig voedselrijke bodem
    5. Matig voedselrijk bodem
    6. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    7. Voedselrijke bodem
    8. Uitgesproken voedselrijke bodem
    9. Zeer uitgesproken voedselrijke bodem

    Vochtigheid

    Staat Sleedoorn graag met zijn wortels in extreem droge (1.0) of natte (9.0) bodem?
    1.0
    1.5
    2.0
    2.5
    3.0
    3.5
    4.0
    4.5
    5.0
    5.5
    6.0
    6.5
    7.0
    7.5
    8.0
    8.5
    9.0
    1. Extreem droge bodems
    2. Extreem droge tot droge bodems
    3. Droge bodems
    4. Droge tot droge/vochtige bodems
    5. Droge/vochtige bodems
    6. Droge/vochtige tot vochtige bodems
    7. Vochtige bodems
    8. Vochtige tot natte bodems
    9. Natte bodems

    Bij welke streek past deze boomsoort?

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Streek Geschiktheid
    Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM
    Vechtdal: OMMEN
    Twente: DENEKAMP
    Achterhoek: WINTERSWIJK
    Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO
    Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG
    Limburgse Maasstreek: TEGELEN
    Limburgs heuvelland: VALKENBURG
    Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN
    Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL
    Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE
    Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN
    Reestdal: OUD-AVEREERST
    IJsseldal: DEVENTER
    Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL
    Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL
    De Peel: VENHORST
    Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE
    Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD
    Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO
    IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN
    Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP
    West-Friesland: SPANBROEK
    Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR
    Kop van Overijssel
    Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN

    Toe te passen in landschappen

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Landschap Geschiktheid
    Voedselbos
    Haag
    Heg
    Bos
    Voederhaag
    Achtertuin
    Kleine achtertuin
    Solitair
    Houtwal

    Cultuurhistorische waarde

    0 = niet ingevuld, 1 = laag, 9 = hoog

    Insecten

    Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? 153
    Welke insecten groepen leven op deze boom/plant?
    Bijen
    Vlinders
    Zweefvliegen
    Hommels
    Wordt deze soort als waardplant voor insecten gebruikt? Nee
    Voor welke insecten is deze soort een waardplant?
    Sikkelsprinkhaan
    Sleedoornpage
    Koningspage
    Pruimenpage

    Vogels

    Gemiddeld aantal vogels per boom/plant?
    Welke soorten vogels leven van deze boom/plant??

    Zoogdieren

    Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant?
    Welke soorten zoogdieren leven op deze boom/plant?
    Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Bloeiperiode

    Zomer maart tot mei

    Boomsoorten

    Boomsoorten waarbij deze boom graag staat

    Geschikt voor zoogdieren?

    giftig, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Zoogdier Geschiktheid
    Bevers
    Dassen
    Eekhoorn
    Fret
    Geit
    Herbivore knaagdieren
    Hert
    Hond
    Kat
    Kip
    Koe
    Mens
    Muis
    Paard
    Ree
    Schaap
    Varken
    Vossen
    Zwijn

    Toelichting

    Eetbaarheid

    • Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
    1. Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
    2. Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
    3. Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
    4. Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
    5. Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.


    Stam hoogte

    Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom

    van - tot, in hele meters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Stam diameter

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.

    van - tot, in hele centimeters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa bovengronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa ondergronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Stoffenbinder

    Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen?
    CO2
    Fijnstof

    Koolstofattractie (kf)

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom Loofbomen (Kf = 0,48)

    Opwarming

    Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. Nee
    CO2
    Fijnstof

    CO2

    0. niet ingevuld
    1. geen vastlegging
    2. geringe vastlegging
    3. matige vastlegging
    4. veel vastlegging
    5. zeer veel vastlegging

    Fijnstof

    0. niet ingevuld
    1. geen wegvangcapaciteit
    2. geringe wegvangcapaciteit
    3. matige wegvangcapaciteit
    4. grote wegvangcapaciteit
    5. zeer grote wegvangcapaciteit

    Zo ziet een volwassen Boom Sleedoorn eruit

    Sleedoorn

    Zo ziet een Sleedoorn in bloei eruit

    Bloeiwijze Sleedoorn

    Zo ziet de knop van een Sleedoorn eruit

    Doorns en knoppen Sleedoorn
    Knoppen en takken Sleedoorns

    Zo ziet het blad van een Sleedoorn eruit

    Bladeren en pruimen Sleedoorn