Roos (beklierde heg)
Algemene kenmerken van een Roos (beklierde heg)
De beklierde heggenroos is een wilde roos met geurige bladeren en opvallende roze bloemen in de zomer. De struik wordt 1–3 meter hoog en groeit vaak in heggen, bosranden en open veld. Kenmerkend zijn de gekroesde, donkergroene blaadjes met klierharen, die een geur van appelachtig aroma verspreiden bij aanraking. De bloemen zijn enkel, zachtroze tot bleekroze, met geel hart en vele meeldraden. Na de bloei ontstaan feloranje tot rode bottels die voedsel bieden voor vogels. De struik is winterhard, droogtetolerant en verdraagt zonnige, goed doorlatende bodem.
Kenmerken
Hoe plant je een Roos (beklierde heg)
Plant de heggenroos op een zonnige tot licht beschaduwde plek met goed doorlatende bodem. Graaf een plantgat van minstens 50x50 cm, los de grond en meng compost of goed verteerde mest door de aarde. Plaats de plant op dezelfde diepte als in de pot of kwekerij, zodat de basis van de takken net boven de grond ligt. Houd een afstand van 1–1,5 meter tussen struiken aan bij een heg of border. Geef na het planten voldoende water en druk de grond goed aan. Mulch rondom de voet om vocht vast te houden en wortelrot te voorkomen.
Hoe oogst je een Roos (beklierde heg)
Deze struik wordt niet of nauwelijks geoogst. Het is een bedreigde soort, en is voornamelijk beschikbaar uit speciale opkweek van de laatste zaden.
Verzorgen en snoeien van je Roos (beklierde heg)
Snoei de heggenroos in late winter of vroege lente om oude, zieke of kruisende takken te verwijderen. Dun de struik uit voor luchtcirculatie en een open structuur, wat ziekten voorkomt. De plant is droogtetolerant, maar jonge struiken profiteren van regelmatig water geven bij droge periodes. Een lichte organische mest in voorjaar bevordert bloei en groei. Controleer op plagen zoals bladluizen; bij sterke aantasting kan een biologische bestrijding nodig zijn. Verwijder eventueel overrijpe bottels om verjonging van de struik te stimuleren. Mulchen helpt vocht en voedingsstoffen vast te houden.
Waar groeit een Roos (beklierde heg)
De beklierde heggenroos (Rosa rubiginosa / R. eglanteria) groeit van nature in open, zonnige landschappen, vaak op de rand van bossen, in heggen, houtwallen, ruigten en bermen. Ze gedijt goed op goed doorlatende, matig vruchtbare zand- of leemgronden, maar kan ook op kalkrijke bodems voorkomen. De struik is tolerant voor droogte en wind, waardoor hij vaak in bosranden en open velden staat waar andere struiken moeilijk wortelen. Vochthoudende bodems vermijdt hij, omdat dat wortelrot kan veroorzaken. Door zijn structuur biedt hij beschutting en voedsel aan vogels, insecten en kleine zoogdieren, waardoor hij een belangrijk onderdeel vormt van rand- en heggenbiotopen.
Algemeen
| Origine |
Inheems
|
| Boomtype | Struik |
Lengte en leeftijd
| Lengte in ca. 10 jaar | 1 tot 3 Meter |
| Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 2 tot 7 Jaar |
| Maximale leeftijd | 70 tot 100 Jaar |
| Benodigde ruimte als solitair | 1 tot 2m2 |
| Groeisnelheid |
Vermeerdering
| Boom is zelfbestuivend | Nee |
| Voortplantingsmethode | |
| Voortplantingssnelheid |
|
Voortplantingssnelheid
| 1. Zeer lage voortplantingssnelheid. Plant verspreidt zich bijna niet, heeft weinig zaden of vegetatieve verspreiding (bijv. bomen met zware zaden). |
| 2. Lage voortplantingssnelheid. Verspreiding via beperkte zadenproductiel of specifieke omstandigheden vereist |
| 3. Gemiddelde voortplantingssnelheid. Regelmatige verspreiding, afhankelijk van ! wind, water of dieren, met gematigde snelheid (bijv. Paardenbloem). |
| 4. Hoge voortplantingssnelheid. Veel zaden en meerdere verspreidingsstrategieen (wind, vogels, vegetatief). Koloniseert snel open plekken |
| 5. Zeer hoge voortplantingssnelheid. Invasieve soorten die zich explosief verspreiden over grote afstanden (bijv. Japanse duizendknoop). |
Snoeiperiode
| Deze boom is bladhoudend | Nee |
| Zomer | april tot mei |
| Winter | januari tot februari |
| Bladvormen | Cirkelrond |
| Gemakkelijk te snoeien | Ja |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
| Lenticellen | Ja |
| Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
| Kleur | |
| Knop stand |
Afwisselend
|
| Knop vorm |
Puntig
Ovaal
|
Overige
| Wortel | Informatie niet beschikbaar |
| Bloei | Informatie niet beschikbaar |
| Windgevoeligheid |
Ziektes
| Is gevoelig voor de volgende ziekten | Informatie niet beschikbaar |
Oogst/herkenning in de winter
In de winter is de beklierde heggenroos te herkennen aan stijve, rechtopstaande takken met lange, gebogen doorns. De takken zijn lichtbruin tot roodbruin, met opvallende klierharen op jonge scheuten, die een zoete geur verspreiden bij aanraking. Soms blijven de rode tot oranje bottels van het vorige seizoen hangen, waardoor de struik voedsel biedt voor vogels. De knoppen staan afwisselend in de bladoksels, zijn klein, ovaal en viltig. Zonder bladeren en bloemen valt vooral de combinatie van doorns, geurige klierharen en overgebleven bottels op, waardoor de struik ook in het winterlandschap herkenbaar blijft.
Lichtbehoefte van de Roos (beklierde heg)
Geschikte grondsoorten voor de Roos (beklierde heg)
| Grondsoort | Geschiktheid |
|---|---|
| Lichte klei |
|
| Zware klei |
|
| Zand |
|
| Veen |
|
| Leem |
|
| Moerig op zand |
|
| Lichte zavel |
|
| Zware zavel |
|
Geschikte waterstand voor de Roos (beklierde heg)
Geschikte zuurtegraad voor de Roos (beklierde heg)
Voedingsbehoefte Roos (beklierde heg)
| 1. | Zeer voedselarme bodem |
| 2. | Zeer voedselarme tot voedselarme bodem |
| 3. | Voedselarme bodem |
| 4. | Voedselarme tot matig voedselrijke bodem |
| 5. | Matig voedselrijk bodem |
| 6. | Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem |
| 7. | Voedselrijke bodem |
| 8. | Uitgesproken voedselrijke bodem |
| 9. | Zeer uitgesproken voedselrijke bodem |
Vochtigheid
| 1. | Extreem droge bodems |
| 2. | Extreem droge tot droge bodems |
| 3. | Droge bodems |
| 4. | Droge tot droge/vochtige bodems |
| 5. | Droge/vochtige bodems |
| 6. | Droge/vochtige tot vochtige bodems |
| 7. | Vochtige bodems |
| 8. | Vochtige tot natte bodems |
| 9. | Natte bodems |
Bij welke streek past deze boomsoort?
| Streek | Geschiktheid |
|---|---|
| Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
| IJsseldal: DEVENTER |
|
| Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
| Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
| Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
| Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
| Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
| Vechtdal: OMMEN |
|
| Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
| Twente: DENEKAMP |
|
| Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
| Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
| Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
| Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
| Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
| De Peel: VENHORST |
|
| Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
| Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
| Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
| Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
| Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
| IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
| Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
| West-Friesland: SPANBROEK |
|
| Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
| Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
| Landschap | Geschiktheid |
|---|---|
| Voedselbos |
|
| Haag |
|
| Heg |
|
| Bos |
|
| Voederhaag |
|
| Achtertuin |
|
| Kleine achtertuin |
|
| Solitair |
|
| Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Insecten
| Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | 100 |
| Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
|
| Wordt deze soort als waardplant voor insecten gebruikt? | Nee |
| Voor welke insecten is deze soort een waardplant? |
Vogels
| Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | 10 |
| Welke soorten vogels leven van deze boom/plant?? |
|
Zoogdieren
| Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | 6 |
| Welke soorten zoogdieren leven op deze boom/plant? |
|
| Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
| Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
| Zomer | december tot december |
Boomsoorten
| Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
Eik (Zomer)
Beuk
Els (Zwarte/Gewone)
Meidoorn (Eenstijlige)
Sleedoorn
Vlier (Gewone)
|
Geschikt voor zoogdieren?
| Zoogdier | Geschiktheid |
|---|---|
| Mens |
|
| Paard |
|
| Koe |
|
| Varken |
|
| Kip |
|
| Geit |
|
| Schaap |
|
| Herbivore knaagdieren |
|
| Hond |
|
| Kat |
|
| Vossen |
|
| Dassen |
|
| Fret |
|
| Muis |
|
| Eekhoorn |
|
| Zwijn |
|
| Hert |
|
| Ree |
|
| Bevers |
|
| Vleermuizen |
|
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Informatie niet beschikbaar
Koolstofattractie (kf)
| (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
| Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Nee |
Zo ziet een Roos (beklierde heg) in bloei eruit