Linde (Winter)

Hier vind je meer informatie over de Linde (Winter)

Algemeen

Winterlinde, ook wel kleinbladige linde genoemd, komt wijdverspreid voor in Europa. Kenmerkend voor deze lindesoort zijn de kleine, hartvormige, kale bladeren. Het kleinste blad van alle Europese lindebomen. De Latijnse naam Tilia, kan zijn afgeleid van het Griekse woord tilos, vezel of van ptilon, dat veer of vleugel betekend, naar het schutblad van de bloemtuil. Cordata betekent hartvormig en verwijst naar de vorm van het blad.

De bloei is begin juli, dan is het genieten van de heerlijke zoete geur en het gezoem van bijen die door de bloemtuiltjes worden aangetrokken omdat ze veel nectar bevatten. De winterlinde verdraagt veel hitte en kan van alle Europese Lindesoorten het beste tegen droogte. Een winterlinde in goede conditie heeft weinig last van luizenplagen

Vanuit ecologisch standpunt is de lindeboom enorm waardevol. Eerst en vooral omdat de boom veel bestuivers aantrekt met zijn geurige bloemen. Andere insecten zoals wantsen, nachtvlinders en kevers vinden er hun schuilplaats.

Kenmerken


Grondsoorten

0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
Grondsoort Geschiktheid
Lichte klei
Zware klei
Zand
Veen
Leem
Moerig op zand
Lichte zavel
Zware zavel

Watertrap

0 = niet ingevuld, I = laag, VIII = hoog
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII

Zuurtegraad

pH1 = laag, pH9 = hoog
0.0
0.5
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Voedselrijkdom

1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Vochtigheid

1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Lichtbehoefte

  • Zon
  • Half-schaduw
  • Toelichting

    Grondsoorten
    Een overzicht van grondsoorten met een aanduiding over hoe geschikt deze is voor deze soort.

    Lichtbehoefte
    Lichtbehoefte van de soort.

    Watertrap
    Watertrap voor de soort van laag (I) t/m hoog (VIII).

    Zuurtegraad
    pH-waarde range waarbinnen de soort gedijt.

    Voedselrijkdom
    Benodigde voedselrijkdom bodem.

    1. Zeer voedselarme bodem
    2. Zeer voedselarme tot voedselarme bodem
    3. Voedselarme bodem
    4. Voedselarme tot matig voedselrijke bodem
    5. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    6. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    7. Voedselrijke bodem
    8. Uitgesproken voedselrijke bodem
    9. Zeer uitgesproken voedselrijke bodem

    Bij welke streek past deze boomsoort?

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Streek Geschiktheid
    Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL
    Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE
    Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM
    Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN
    Reestdal: OUD-AVEREERST
    Vechtdal: OMMEN
    IJsseldal: DEVENTER
    Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL
    Twente: DENEKAMP
    Achterhoek: WINTERSWIJK
    Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO
    Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL
    Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG
    Limburgse Maasstreek: TEGELEN
    Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN
    De Peel: VENHORST
    Limburgs heuvelland: VALKENBURG
    Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE
    Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN
    Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD
    Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO
    IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN
    Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP
    West-Friesland: SPANBROEK
    Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR
    Kop van Overijssel

    Toe te passen in landschappen

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Landschap Geschiktheid
    Voedselbos
    Haag
    Heg
    Bos
    Voederhaag
    Achtertuin
    Kleine achtertuin
    Solitair
    Houtwal

    Cultuurhistorische waarde

    0 = niet ingevuld, 1 = laag, 9 = hoog

    Geschikt voor zoogdieren?

    giftig, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Zoogdier Geschiktheid
    Dassen
    Eekhoorn
    Geit
    Herbivore knaagdieren
    Hert
    Hond
    Kat
    Kip
    Koe
    Mens
    Muis
    Paard
    Ree
    Schaap
    Varken
    Vossen
    Zwijn

    Toelichting

    Eetbaarheid

    • Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
    1. Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
    2. Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
    3. Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
    4. Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
    5. Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.

    Algemeen

    Origine
    Inheems
    Boomtype Loofboom

    Lengte en leeftijd

    Lengte in ca. 10 jaar 5 tot 6 Meter
    Voortplantingsrijp in hoeveel jaar tot Jaar
    Maximale leeftijd 300 tot 400 Jaar
    Benodigde ruimte tot m2
    Groeisnelheid Langzaam

    Vermeerdering

    Voortplantingsmethode
    Maakt opschot
    Maakt zaailingen
    Verspreidingssnelheid/vermeerdering
    Boom is zelfbestuivend Ja

    Snoeiperiode

    Deze boom is bladhoudend Ja
    Zomer Niet snoeien in de zomer
    Winter oktober tot maart
    Bladvormen Hartvormig
    Gemakkelijk te snoeien Nee

    Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)

    Kleur

    Kenmerken Knop (50-200cm)

    Kleur
    Knop stand
    Afwisselend
    Knop vorm
    Eivormig

    Overige

    Wortel
    Diep wortelend
    Bloei
    Heeft bloemen
    Heeft vruchten
    Windgevoeligheid

    Ziektes

    Is gevoelig voor de volgende ziekten Informatie niet beschikbaar

    Insecten

    Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? 57
    Welke insecten groepen leven op deze boom/plant?
    Bijen
    Vlinders
    Zweefvliegen
    Wantsen
    Wespen
    Luizen
    Hommels
    Mijten
    Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant?
    Vliegend hert

    Vogels

    Gemiddeld aantal vogels per boom/plant?
    Welke vogel groepen leven op deze boom/plant?
    Gaaien
    Mezen
    Spechten
    Fazanten
    Appelvinken
    Pestvogels
    Boomklevers
    Kepen
    Groenlingen
    Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Zoogdieren

    Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant?
    Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant?
    Eekhoorns
    Zwijnen
    Herten
    Reeen
    Konijnen
    Muizen
    Hazen
    Dassen
    Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Bloeiperiode

    Zomer juni tot juli

    Boomsoorten

    Boomsoorten waarbij deze boom graag staat

    Stam hoogte

    Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom

    van - tot, in hele meters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Stam diameter

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.

    van - tot, in hele centimeters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa bovengronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa ondergronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Stoffenbinder

    Informatie niet beschikbaar

    Koolstofattractie (kf)

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom Naaldbomen (Kf = 0,51)

    Opwarming

    Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. Ja

    Plant instructie

    Wortels minstens 10 cm onder de grond. Graaf een plantgat dat 1,5 x zo breed is als het wortelstelsel; zorg dat de wortels bedekt zijn met aarde; niet dieper planten dan tot waar de stam begint.

    Onderhouds instructie

    Water geven is in de beginperiode na de aanplanting belangrijk, zodat de wortels goed aan de bodem kunnen wennen. Wanneer het langere periodes warm en droog is, geef je je jonge boom of oude boom extra water om uitdroging te voorkomen. Maar let wel altijd op de afwatering, want een Linde houdt niet van natte voeten.

    Het voordeel van Lindes is dat ze goed te snoeien zijn. Dit maakt de Lindeboom geschikt als leiboom of haag, zowel voor een grote tuin als kleine tuin. Een Linde snoeien doe je het best tussen november en maart.

    Oogst/herkenning in de winter

    De knoppen van Tilia zijn meestal vrij groot, stomp eivormig tot rond eivormig met vaak drie fijnbehaarde knopschubben van ongelijke grootte en met steunbladmerken. Ook knoppen met twee kale knopschubben zonder deze bladmerkjes komen voor. De kleur komt in het algemeen overeen met de kleur van de twijg, dus ook hier met licht en schaduwzijden en wel of niet glanzend en/of dof.

    Biotoop

    Het natuurlijke milieu van Winterlinde moet vooral gezocht worden op vruchtbare, kalkhoudende leembodems. Omdat die in Vlaanderen reeds vroeg in akkerland omgezet werden, resteren er amper natuurlijke milieus voor deze boom en is het moeilijk een preciezer beeld van het milieu te schetsen. We kennen bijvoorbeeld geen duidelijke verschillen tussen de milieuvereisten van winter- en zomerlinde. Uit de Europese verspreiding kunnen we afleiden dat winterlinde mogelijk wat minder warmteminnend is, want haar areaal reikt wat noordelijker.


    Blad
    Bloeiwijze
    Vruchten
    Volwassen boom