Linde (Winter)
Algemene kenmerken van een Linde (Winter)
Winterlinde, ook wel kleinbladige linde genoemd, komt wijdverspreid voor in Europa. Kenmerkend voor deze lindesoort zijn de kleine, hartvormige, kale bladeren. Het kleinste blad van alle Europese lindebomen. De Latijnse naam Tilia, kan zijn afgeleid van het Griekse woord tilos, vezel of van ptilon, dat veer of vleugel betekend, naar het schutblad van de bloemtuil. Cordata betekent hartvormig en verwijst naar de vorm van het blad.
De bloei is begin juli, dan is het genieten van de heerlijke zoete geur en het gezoem van bijen die door de bloemtuiltjes worden aangetrokken omdat ze veel nectar bevatten. De winterlinde verdraagt veel hitte en kan van alle Europese Lindesoorten het beste tegen droogte. Een winterlinde in goede conditie heeft weinig last van luizenplagen
Vanuit ecologisch standpunt is de lindeboom enorm waardevol. Eerst en vooral omdat de boom veel bestuivers aantrekt met zijn geurige bloemen. Andere insecten zoals wantsen, nachtvlinders en kevers vinden er hun schuilplaats.
Kenmerken
Hoe plant je een Linde (Winter)
Wortels minstens 10 cm onder de grond. Graaf een plantgat dat 1,5 x zo breed is als het wortelstelsel; zorg dat de wortels bedekt zijn met aarde; niet dieper planten dan tot waar de stam begint.
Verzorgen en snoeien van je Linde (Winter)
Water geven is in de beginperiode na de aanplanting belangrijk, zodat de wortels goed aan de bodem kunnen wennen. Wanneer het langere periodes warm en droog is, geef je je jonge boom of oude boom extra water om uitdroging te voorkomen. Maar let wel altijd op de afwatering, want een Linde houdt niet van natte voeten.
Het voordeel van Lindes is dat ze goed te snoeien zijn. Dit maakt de Lindeboom geschikt als leiboom of haag, zowel voor een grote tuin als kleine tuin. Een Linde snoeien doe je het best tussen november en maart.
Waar groeit een Linde (Winter)
Het natuurlijke milieu van Winterlinde moet vooral gezocht worden op vruchtbare, kalkhoudende leembodems. Omdat die in Vlaanderen reeds vroeg in akkerland omgezet werden, resteren er amper natuurlijke milieus voor deze boom en is het moeilijk een preciezer beeld van het milieu te schetsen. We kennen bijvoorbeeld geen duidelijke verschillen tussen de milieuvereisten van winter- en zomerlinde. Uit de Europese verspreiding kunnen we afleiden dat winterlinde mogelijk wat minder warmteminnend is, want haar areaal reikt wat noordelijker.
Algemeen
Origine |
Inheems
|
Boomtype | Loofboom |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 5 tot 6 Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | tot Jaar |
Maximale leeftijd | 300 tot 400 Jaar |
Benodigde ruimte | tot m2 |
Groeisnelheid | Langzaam |
Vermeerdering
Voortplantingsmethode |
Maakt opschot
Maakt zaailingen
|
Verspreidingssnelheid/vermeerdering |
|
Boom is zelfbestuivend | Ja |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Ja |
Zomer | Niet snoeien in de zomer |
Winter | oktober tot maart |
Bladvormen | Hartvormig |
Gemakkelijk te snoeien | Nee |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand |
Afwisselend
|
Knop vorm |
Eivormig
|
Overige
Wortel |
Diep wortelend
|
Bloei |
Heeft bloemen
Heeft vruchten
|
Windgevoeligheid | Niet gevoelig voor (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten | Informatie niet beschikbaar |
Oogst/herkenning in de winter
De knoppen van Tilia zijn meestal vrij groot, stomp eivormig tot rond eivormig met vaak drie fijnbehaarde knopschubben van ongelijke grootte en met steunbladmerken. Ook knoppen met twee kale knopschubben zonder deze bladmerkjes komen voor. De kleur komt in het algemeen overeen met de kleur van de twijg, dus ook hier met licht en schaduwzijden en wel of niet glanzend en/of dof.
Geschikte grondsoorten voor de Linde (Winter)
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Geschikte waterstand voor de Linde (Winter)
Geschikte zuurtegraad voor de Linde (Winter)
Voedingsbehoefte Linde (Winter)
1. | Zeer voedselarme bodem |
2. | Zeer voedselarme tot voedselarme bodem |
3. | Voedselarme bodem |
4. | Voedselarme tot matig voedselrijke bodem |
5. | Matig voedselrijk bodem |
6. | Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem |
7. | Voedselrijke bodem |
8. | Uitgesproken voedselrijke bodem |
9. | Zeer uitgesproken voedselrijke bodem |
Vochtigheid
1. | Extreem droge bodems |
2. | Extreem droge tot droge bodems |
3. | Droge bodems |
4. | Droge tot droge/vochtige bodems |
5. | Droge/vochtige bodems |
6. | Droge/vochtige tot vochtige bodems |
7. | Vochtige bodems |
8. | Vochtige tot natte bodems |
9. | Natte bodems |
Lichtbehoefte van de Linde (Winter)
Bij welke streek past deze boomsoort?
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | 57 |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
Bijen
Vlinders
Zweefvliegen
Wantsen
Wespen
Luizen
Hommels
Mijten
|
Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Vliegend hert
|
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
Welke vogel groepen leven op deze boom/plant? |
Gaaien
Mezen
Spechten
Fazanten
Appelvinken
Pestvogels
Boomklevers
Kepen
Groenlingen
|
Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant? |
Eekhoorns
Zwijnen
Herten
Reeen
Konijnen
Muizen
Hazen
Dassen
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | juni tot juli |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Geschikt voor zoogdieren?
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Dassen |
|
Eekhoorn |
|
Geit |
|
Herbivore knaagdieren |
|
Hert |
|
Hond |
|
Kat |
|
Kip |
|
Koe |
|
Mens |
|
Muis |
|
Paard |
|
Ree |
|
Schaap |
|
Varken |
|
Vossen |
|
Zwijn |
|
Bevers |
|
Fret |
|
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen? |
CO2
Fijnstof
|
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Ja |