Algemeen
De Hollandse linde is een natuurlijke kruising tussen de zomerlinde en de winterlinde. De wetenschappelijke naam 'tilia' is afgeleid van het Griekse ptilon = vleugel, naar de gevleugelde bloemen en vruchten.
Zowel in ons stadsbeeld als in veel lanen en langs wegen aangeplant vind je de Linde. De boom is gemakkelijk te herkennen vooral doordat er in de loop van een groeiseizoen erg veel jonge scheuten, zogenaamde waterloten, ontstaan aan de voet van de Linde. De kenmerkende gele bloeiwijzen met bloemen die een zoete geur verspreiden vallen ook op, net als de vruchten die samen met het vruchtblad in de herfst naar beneden komen zeilen.
In juni zorgen de heerlijk zoete geur en het zoemen van de bijen voor een bijzondere gewaarwording onder deze bomen. Ecologisch gezien is het een erg belangrijke soort, want bossen met linden kennen een hoge biodiversiteit, voor een belangrijk deel bepaald door de voorjaarsbloeiers in de ondergroei.
Kenmerken
Grondsoorten
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Watertrap
Zuurtegraad
Voedselrijkdom
Vochtigheid
Lichtbehoefte
Toelichting
Grondsoorten
Een overzicht van grondsoorten met een aanduiding over hoe geschikt deze is voor deze soort.
Lichtbehoefte
Lichtbehoefte van de soort.
Watertrap
Watertrap voor de soort van laag (I) t/m hoog (VIII).
Zuurtegraad
pH-waarde range waarbinnen de soort gedijt.
Voedselrijkdom
Benodigde voedselrijkdom bodem.
- Zeer voedselarme bodem
- Zeer voedselarme tot voedselarme bodem
- Voedselarme bodem
- Voedselarme tot matig voedselrijke bodem
- Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
- Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
- Voedselrijke bodem
- Uitgesproken voedselrijke bodem
- Zeer uitgesproken voedselrijke bodem
Bij welke streek past deze boomsoort?
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Geschikt voor zoogdieren?
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Dassen | |
Eekhoorn | |
Fret | |
Geit | |
Herbivore knaagdieren | |
Hert | |
Hond | |
Kat | |
Zwijn | |
Vossen | |
Varken | |
Ree | |
Paard | |
Muis | |
Mens | |
Koe | |
Kip | |
Schaap |
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Algemeen
Origine |
Inheems
|
Boomtype | Loofboom |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 8 tot 10 Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 15 tot 800 Jaar |
Maximale leeftijd | 300 tot 400 Jaar |
Benodigde ruimte | 80 tot 100m2 |
Groeisnelheid |
Vermeerdering
Voortplantingsmethode |
Maakt zaailingen
|
Verspreidingssnelheid/vermeerdering |
|
Boom is zelfbestuivend | Ja |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Ja |
Zomer | Niet snoeien in de zomer |
Winter | oktober tot maart |
Bladvormen | Hartvormig |
Gemakkelijk te snoeien | Nee |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Lenticellen | Ja |
Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand |
Afwisselend
|
Knop vorm |
Eivormig
|
Overige
Wortel |
Diep wortelend
|
Bloei |
Heeft bloemen
Heeft vruchten
|
Windgevoeligheid | Niet gevoelig voor (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten | Informatie niet beschikbaar |
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | 57 |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
Bijen
Zweefvliegen
Luizen
Hommels
|
Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Lindebladluis
Lindebladwesp
|
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
Welke vogel groepen leven op deze boom/plant? |
Gaaien
Vinken
Mezen
Zwartkoppen
Spechten
Fazanten
Appelvinken
Pestvogels
Boomklevers
Groenlingen
|
Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant? |
Eekhoorns
Zwijnen
Herten
Reeen
Konijnen
Muizen
Hazen
Dassen
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | juni tot juli |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Informatie niet beschikbaar
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Informatie niet beschikbaar
Biomassa bovengronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Biomassa ondergronds
in hele kgInformatie niet beschikbaar
Stoffenbinder
Informatie niet beschikbaar
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Ja |
Plant instructie
Wortels minstens 10 cm onder de grond. Graaf een plantgat dat 1,5 x zo breed is als het wortelstelsel; zorg dat de wortels bedekt zijn met aarde; niet dieper planten dan tot waar de stam begint.
Onderhouds instructie
Water geven is in de beginperiode na de aanplanting belangrijk, zodat de wortels goed aan de bodem kunnen wennen. Wanneer het langere periodes warm en droog is, geef je je jonge boom of oude boom extra water om uitdroging te voorkomen. Maar let wel altijd op de afwatering, want een Linde houdt niet van natte voeten.
Het voordeel van Lindes is dat ze goed te snoeien zijn. Dit maakt de Lindeboom geschikt als leiboom of haag, zowel voor een grote tuin als kleine tuin. Een Linde snoeien doe je het best tussen november en maart.
Oogst/herkenning in de winter
De knoppen van Tilia zijn meestal vrij groot, stomp eivormig tot rond eivormig met vaak drie fijnbehaarde knopschubben van ongelijke grootte en met steunbladmerken. Ook knoppen met twee kale knopschubben zonder deze bladmerkjes komen voor. De kleur komt in het algemeen overeen met de kleur van de twijg, dus ook hier met licht en schaduwzijden en wel of niet glanzend en/of dof.
Biotoop
De Hollandse linde gedijt het beste op een zonnige tot halfschaduwrijke plek in de tuin. Hij kan goed groeien in verschillende grondsoorten, maar geeft de voorkeur aan goed doorlatende, voedselrijke en vochtige grond.
De linde groeit in heel Nederland maar gedijt het beste op een voedselrijke bodem zoals in de rivier- en beekdalen en op de Zuid-Limburgse lössgronden.