Eik (Zomer)

Hier vind je meer informatie over de Eik (Zomer)

Algemeen

De zomereik of inlandse eik, oftewel de Quercus robur in het Latijn, is misschien wel de bekendste inheemse boomsoort in ons land. Robur betekent in het Latijns kracht en dat is een goede benaming voor deze soort. De zomereik kan namelijk zeer oud worden en uitgroeien tot een schitterende krachtpatser van maar liefst 30 m. hoog en breed. De inlandse eik heeft een sierlijk gevormd blad en produceert eikels die gegeten worden door allerlei dieren als eekhoorns, muizen en Vlaamse gaaien. De Zomereik biedt veel natuurwaarde voor velen soorten insecten, vogels en zoogdieren. De eik is zeer sterk, goed winterhard en verdraagt zowel stevige wind, zeewind als luchtvervuiling. De boom is bladverliezend en de kale zomereik vormt een prachtige aanblik in een winters landschap.


Grondsoorten

0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
Grondsoort Geschiktheid
Lichte klei
Zware klei
Zand
Veen
Leem
Moerig op zand
Lichte zavel
Zware zavel

Watertrap

0 = niet ingevuld, I = laag, VIII = hoog
I
II
III
IV
V
VI
VII
VIII

Zuurtegraad

pH1 = laag, pH9 = hoog
0.0
0.5
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Voedselrijkdom

1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Vochtigheid

1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
4.5
5.0
5.5
6.0
6.5
7.0
7.5
8.0
8.5
9.0

Lichtbehoefte

  • Zon
  • Half-schaduw
  • Toelichting

    Grondsoorten
    Een overzicht van grondsoorten met een aanduiding over hoe geschikt deze is voor deze soort.

    Lichtbehoefte
    Lichtbehoefte van de soort.

    Watertrap
    Watertrap voor de soort van laag (I) t/m hoog (VIII).

    Zuurtegraad
    pH-waarde range waarbinnen de soort gedijt.

    Voedselrijkdom
    Benodigde voedselrijkdom bodem.

    1. Zeer voedselarme bodem
    2. Zeer voedselarme tot voedselarme bodem
    3. Voedselarme bodem
    4. Voedselarme tot matig voedselrijke bodem
    5. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    6. Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
    7. Voedselrijke bodem
    8. Uitgesproken voedselrijke bodem
    9. Zeer uitgesproken voedselrijke bodem


    Bij welke streek past deze boomsoort?

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Streek Geschiktheid
    Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL
    Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE
    Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM
    Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN
    Reestdal: OUD-AVEREERST
    Vechtdal: OMMEN
    IJsseldal: DEVENTER
    Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL
    Twente: DENEKAMP
    Achterhoek: WINTERSWIJK
    Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO
    Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL
    Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG
    Limburgse Maasstreek: TEGELEN
    Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN
    De Peel: VENHORST
    Limburgs heuvelland: VALKENBURG
    Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE
    Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN
    Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD
    Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO
    IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN
    Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP
    West-Friesland: SPANBROEK
    Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR
    Kop van Overijssel

    Toe te passen in landschappen

    0 = niet ingevuld, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Landschap Geschiktheid
    Voedselbos
    Haag
    Heg
    Bos
    Voederhaag
    Achtertuin
    Kleine achtertuin
    Solitair
    Houtwal

    Cultuurhistorische waarde

    0 = niet ingevuld, 1 = laag, 9 = hoog

    Geschikt voor zoogdieren?

    giftig, 1 = ongeschikt, 5 = zeer geschikt
    Zoogdier Geschiktheid
    Dassen
    Eekhoorn
    Fret
    Geit
    Herbivore knaagdieren
    Hert
    Hond
    Kat
    Kip
    Koe
    Mens
    Muis
    Paard
    Ree
    Schaap
    Varken
    Vossen
    Zwijn
    Bevers

    Toelichting

    Eetbaarheid

    • Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
    1. Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
    2. Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
    3. Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
    4. Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
    5. Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.


    Algemeen

    Origine
    Inheems
    Boomtype Loofboom

    Lengte en leeftijd

    Lengte in ca. 10 jaar 5 tot 7 Meter
    Voortplantingsrijp in hoeveel jaar 20 tot 21 Jaar
    Maximale leeftijd 300 tot 400 Jaar
    Benodigde ruimte tot m2
    Groeisnelheid Gemiddeld

    Vermeerdering

    Voortplantingsmethode
    Maakt zaailingen
    Verspreidingssnelheid/vermeerdering
    Boom is zelfbestuivend Ja

    Snoeiperiode

    Deze boom is bladhoudend Ja
    Zomer Niet snoeien in de zomer
    Winter januari tot maart
    Bladvormen Gelobt
    Gemakkelijk te snoeien Nee

    Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)

    Kenmerken Knop (50-200cm)

    Kleur
    Knop stand
    Verspreidstaand
    Knop vorm
    Rond

    Overige

    Wortel
    Diep wortelend
    Bloei
    Heeft vruchten
    Windgevoeligheid Matig gevoelig voor (zee)wind

    Ziektes

    Is gevoelig voor de volgende ziekten Informatie niet beschikbaar

    Insecten

    Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? 450
    Welke insecten groepen leven op deze boom/plant?
    Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Vogels

    Gemiddeld aantal vogels per boom/plant?
    Welke vogel groepen leven op deze boom/plant?
    Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant?
    Zwarte mees
    Pimpelmees
    Koolmees
    Vlaamse gaai

    Zoogdieren

    Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant?
    Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant?
    Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? Nee
    Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant?

    Bloeiperiode

    Zomer april tot mei

    Boomsoorten

    Boomsoorten waarbij deze boom graag staat

    Stam hoogte

    Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom

    van - tot, in hele meters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Stam diameter

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.

    van - tot, in hele centimeters, gemiddelde

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa bovengronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Biomassa ondergronds

    in hele kg

    Informatie niet beschikbaar

    Stoffenbinder

    Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen?
    CO2
    Fijnstof

    Koolstofattractie (kf)

    (dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom Loofbomen (Kf = 0,48)

    Opwarming

    Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. Nee

    Plant instructie

    Wortels minstens 10 cm onder de grond; met penwortel kan dat 50 cm diep zijn.

    Zorg voor een plantgat dat 1,5 x zo breed en diep is als de penwortels; dat kan een diepte van wel 50 cm diep zijn; zorg dat de wortels niet boven de grond uit komen

    Onderhouds instructie

    De boom hoeft niet echt gesnoeid te worden. Om de boom in model te houden kan men in het voorjaar en/of in de zomer de lange scheuten inkorten om de vorm van de boom te behouden.

    Oogst/herkenning in de winter

    diepe penwortel ook als jonge zaailing; schilferige bast; bruine knoppen.

    Typisch voor elke oude eikenboom zijn de gelobde bladeren, schilferige bast met diepe groeven en eikels die aan de takken hangen. Het blad van een zomereik telt gemiddeld 4 à 5 lobben en is breed en onregelmatig. Het blad van een wintereik heeft een smallere en regelmatige vorm met 5 à 7 lobben. En er zijn nog een paar opvallende verschillen tussen de zomereik en de wintereik:

    • knoppen zomer eik zijn rond en die van winter eik spits.
    • de wintereik houdt in de winter zijn bruin geworden bladeren vast vs. de zomereik is kaal tijdens de winter
    • de bladsteeltjes van een wintereik (10-29 mm) zijn langer dan de bladsteeltjes bij een zomereik (2-8 mm)
    • het napje (hoedje) van de eikels van de wintereik heeft geen of een zeer kort steeltje vs. de napjes van de eikels van een zomereik staan op een steeltje

    Biotoop

    Zomer eiken zijn weinig eisend en groeien op uiteenlopende bodemsoorten, maar goede groei is alleen mogelijk op voedselrijke zand-, klei-, leemgronden. Daar kunnen de bomen hoogten van 30 tot 40 m bereiken. Zelfs op voedselarme en droge bodems of juist op tamelijk natte veengronden kunnen eiken groeien, zij het langzaam: ze bereiken dan soms slechts een hoogte van 15 m.


    10 jaar
    10 jaar
    10 jaar
    10 jaar
    10 jaar