Abeel (Witte) Let op: invasief!
Algemeen
De Witte abeel is een snelle groeier en heeft daarom veel ruimte nodig. Er is kans op takbreuk.
De boom heeft grijs/witte bladeren. De Witte abeel is tweehuizig. Er zijn dus mannelijke en vrouwelijke bomen. De bloei is in maart - april voordat de bladeren verschijnen. Vrouwelijke hangende katjes zijn geel. De mannelijke zijn zijn rood. Nadat het stuifmeel is weggewaaid vallen ze af. De vrouwelijke blijven tot langer zitten. Dan openen zich de zaaddozen en komt het met donzig pluis omgeven zaad vrij.
Kenmerken
Grondsoorten
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Watertrap
Zuurtegraad
Voedselrijkdom
Vochtigheid
Lichtbehoefte
Toelichting
Grondsoorten
Een overzicht van grondsoorten met een aanduiding over hoe geschikt deze is voor deze soort.
Lichtbehoefte
Lichtbehoefte van de soort.
Watertrap
Watertrap voor de soort van laag (I) t/m hoog (VIII).
Zuurtegraad
pH-waarde range waarbinnen de soort gedijt.
Voedselrijkdom
Benodigde voedselrijkdom bodem.
- Zeer voedselarme bodem
- Zeer voedselarme tot voedselarme bodem
- Voedselarme bodem
- Voedselarme tot matig voedselrijke bodem
- Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
- Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem
- Voedselrijke bodem
- Uitgesproken voedselrijke bodem
- Zeer uitgesproken voedselrijke bodem
Bij welke streek past deze boomsoort?
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Geschikt voor zoogdieren?
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Geit | |
Kip | |
Koe | |
Mens | |
Paard | |
Schaap | |
Varken | |
Dassen | |
Eekhoorn | |
Bevers | |
Fret | |
Herbivore knaagdieren | |
Hert | |
Hond | |
Kat | |
Muis | |
Ree | |
Vossen | |
Zwijn |
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Algemeen
Origine |
Inheems
Invasief
|
Boomtype | Loofboom |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 7 tot 9 Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 25 tot 100 Jaar |
Maximale leeftijd | 60 tot 80 Jaar |
Benodigde ruimte | 15 tot 20m2 |
Groeisnelheid |
Vermeerdering
Voortplantingsmethode |
Maakt opschot
|
Verspreidingssnelheid/vermeerdering |
|
Boom is zelfbestuivend | Nee |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Nee |
Zomer | juli tot september |
Winter | januari tot februari |
Bladvormen | Overig |
Gemakkelijk te snoeien | Nee |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Lenticellen | Ja |
Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand |
Afwisselend
|
Knop vorm |
Rond
|
Overige
Wortel |
Breed wortelstelsel
|
Bloei |
Heeft katjes
|
Windgevoeligheid | Niet gevoelig voor (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten |
Niet bijzonder gevoelig voor specifieke ziekte
|
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | 4 |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
Vlinders
Luizen
|
Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
Welke vogel groepen leven op deze boom/plant? |
|
Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant? |
Eekhoorns
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Bloeiperiode
Zomer | maart tot april |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Na 10 Jaar | m | m |
Na 20 Jaar | m | m |
Na 30 Jaar | m | m |
Na 80 Jaar | m | m |
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Na 10 Jaar | 3 cm | 5 cm |
Na 20 Jaar | cm | cm |
Na 30 Jaar | cm | cm |
Na 80 Jaar | cm | cm |
Biomassa bovengronds
in hele kgNa 10 Jaar | cm | cm |
Na 20 Jaar | cm | cm |
Na 30 Jaar | cm | cm |
Na 80 Jaar | cm | cm |
Biomassa ondergronds
in hele kgNa 10 Jaar | cm | cm |
Na 20 Jaar | cm | cm |
Na 30 Jaar | cm | cm |
Na 80 Jaar | cm | cm |
Stoffenbinder
Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen? |
Fijnstof
|
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Nee |
Plant instructie
wordt meestal geleverd als 'slieten' van 1-3 m lang die zelf wortelen. Steek zo diep mogelijk 40-60 cm in de grond liefst tot bodem vocht en het liefst vanaf half feb tot eind maart. Minder kans in nov/dec op aanslaan. Het verplanten van wortelopschot is ook mogelijk.
Oogst instructie
Er zijn twee manieren om de abeel te oogsten. Verzamel wortelopschot rond volwassen bomen of snoei takken voor slieten.
Onderhouds instructie
Net als andere populieren heeft de grauwe abeel vaak last van takbreuk op latere leeftijd. Door op tijd overbelaste takken te verwijderen kan dit enigszins worden voorkomen.
Oogst/herkenning in de winter
maakt veel wortelopschot. Volwasen boom heeft ruitvormige lenticellen in de bast.
Biotoop
(Duin)zand vanwege goede weerstand tegen zeelucht. De boom wordt vaak aangeplant als laanboom en langs wegen. Ook in parken kun je de Witte abeel regelmatig aantreffen. In het wild komt de boom voor op duinranden en de randen van rivierdalen.